Dag 4 - T9 - Uiterlijk - Roze

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 4

Slide 1 - Slide

woorden van vandaag
  1. de helft
  2. de jas
  3. de jurk
  4. lelijk
  5. het lichaam
  6. licht

Slide 2 - Slide

de helft (znw)
  • 50 % van alles 
  • de helft - de helften

  • zin: Ik heb de helft van mijn taart opgegeten.
  • zin: Ik heb de helft van de opdrachten af.
19

Slide 3 - Slide

de jas (znw)
  • kledingstuk voor buiten
  • over je kleding 
  • de jas - de jassen

  • zin: Ik heb een nieuwe jas aan.
  • zin: Mijn jas is kapot.
20

Slide 4 - Slide

de jurk (znw)
  • kledingstuk 
  • voor vrouwen
  • de jurk - de jurken

  • zin: Het is feest, dus ik trek een mooie jurk aan.
21

Slide 5 - Slide

lelijk(e) (bnw)
  • niet mooi
  • soms een mening
  • horen & zien
  • lelijk <--> mooi

  • zin: Ik vind deze jas lelijk.
  • zin: Wat een lelijke muziek.
22

Slide 6 - Slide

het lichaam (znw)
  • armen, benen, hoofd, buik, rug enz. bij elkaar van mens of dier
  • het lichaam - de lichamen

  • zin: Haar lichaam is sterk.
23

Slide 7 - Slide

het licht (znw)
  • lamp
  • als alles heel goed te zien is
  • wat je ziet door de zon
  • tegenstelling: licht <---> donker
  • het licht - de lichten

  • zin: 's Nachts  is het licht uit.
  • zin: Doe jij het licht even aan?
24

Slide 8 - Slide

4
Wat hoort bij elkaar?
de helft

Slide 9 - Drag question

Wat is goed?
5
A
Ik draag een jurk.
B
Zij draagt altijd lange jurken.
C
Vandaag mooie jurk aan.
D
Wij mooie jurk dragen.

Slide 10 - Quiz

5
timer
1:30
lelijk

Slide 11 - Mind map

Maak een goed zin met de woorden:
zij en jas.
5

Slide 12 - Open question

24
Wat hoort bij elkaar?
licht

Slide 13 - Drag question

Je armen en benen zitten vast aan je ...
23

Slide 14 - Open question

Maak een goed zin met de woorden:
fotoshoppen (ww) en lichaam.
14 + 23

Slide 15 - Open question