What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
21 december
Wat doen we vandaag?
Vragen grammatica?
Bespreken 8B, Oefening 1 en 2
Oefening 3
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat doen we vandaag?
Vragen grammatica?
Bespreken 8B, Oefening 1 en 2
Oefening 3
Slide 1 - Slide
Vragen grammatica?
Slide 2 - Open question
Geen vragen (meer)?
Maak maar twee rijtjes....
Slide 3 - Slide
ἐκεῖνοι μὲν οὖν σιωπῇ ἐδείπνουν·
Slide 4 - Open question
Φίλιππος δ’ ὁ γελωτοποιὸς κρούσας τὴν θύραν ἐκέλευσε τὸν θυρωρὸν εἰσαγγεῖλαι αὐτόν.
Slide 5 - Open question
εἰσελθὼν δὲ εἶπεν αὐτοῖς·
εὐφραίνοισθε, ὦ φίλοι.
Slide 6 - Open question
καὶ βλέπων πρὸς τὸν Αὐτόλυκον εἶπεν· εὐφραίνοιο καὶ σύ, ὦ παῖ.
Slide 7 - Open question
σὺ μὲν γὰρ εὐτυχὴς εἶ, διότι μετὰ ἀνδρῶν σοφωτάτων κάθησαι,
Slide 8 - Open question
οὗτοι δ’ εὐτυχεῖς εἰσιν, διότι μετὰ παιδὸς οὕτω καλοῦ κατάκεινται.
Slide 9 - Open question
ταῦτα εἰπὼν ἐσιώπησε·
ὁ δὲ Αὐτόλυκος ἠρυθρίασεν.
Slide 10 - Open question
ὁ δὲ Καλλίας τῷ Φιλίππῳ ἔφη·
κατακλίνου καὶ σύ·
Slide 11 - Open question
οἱ γὰρ παρόντες πάντες σπουδῆς πληρεῖς εἰσι, ὡς ὁρᾷς, γέλωτος δ’ ἴσως ἐνδεεῖς.
Slide 12 - Open question
εἰπὲ δὴ γελοῖόν τι·
ἐπὶ τούτῳ γὰρ ἥκεις.
Slide 13 - Open question
ὁ δὲ Φίλιππος γελοῖόν τι εὐθὺς ἐπεχείρει λέγειν·
Slide 14 - Open question
ὡς δ᾿ οὐκ ἐκίνησε γέλωτα, βαρέως ἤνεγκεν.
Slide 15 - Open question
αὖθις δ᾿ ὀλίγον ὕστερον ἄλλο τι γελοῖον ἐβούλετο λέγειν, ἀλλ᾿ οὐδὲ τότε ἐγέλασαν οἱ δειπνοῦντες.
Slide 16 - Open question
ὁ δὲ Φίλιππος εἶπεν·
οἴμοι, μεγάλη ὀδύνη με λαμβάνει, καὶ ὑμεῖς με κακοδαίμονα ποιεῖτε.
Slide 17 - Open question
ἐπεὶ γὰρ ὁ γέλως οὐ πάρεστιν, ἔρρει τὰ ἐμὰ πράγματα·
Slide 18 - Open question
ῥᾷον γὰρ ἂν δυναίμην ἀθάνατος γενέσθαι ἢ σπουδάσαι.
Slide 19 - Open question
εἰ δὲ σπουδάσαιμι, οἱ ἄνθρωποι οὐκέτι
με καλοῖεν ἂν ἐπὶ δεῖπνον. τί νῦν ποιήσω;
Slide 20 - Open question
καὶ ἅμα λέγων ταῦτα σαφῶς κλαίειν ἐφαίνετο.
Slide 21 - Open question
ἀκούσας ταῦτα ὁ μὲν Κριτόβουλος γελάσας εἶπεν, ὅτι κωμικῶς ὀλοφύροιτο ὁ Φίλιππος·
Slide 22 - Open question
ἐγέλασαν δὲ καὶ οἱ ἄλλοι.
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
A. Werkwoord, a.
εὐφραίνοισθε: 2 mv praes.
εὐφραίνοιο: 2 ev praes.
δυναίμην: 1 ev praes.
σπουδάσαιμι: 1 ev aor.
καλοῖεν: 3 mv praes.
ὀλοφύροιτο: 3 ev praes.
Slide 26 - Slide
A. Werkwoord, b/c.
nog in te vullen zijn:
λύοιμεν λύσαιμι λύσαιτο
λύοιτε λυσαίμεθα
λύοιεν λύσαισθε
λύσαιντο
Slide 27 - Slide
A. Werkwoord, def.
d δυναίμην (r. 17, hoofdzin met ἄν)
σπουδάσαιμι (r. 18, bijzin met εἰ)
καλοῖεν (r. 19, hoofdzin met ἄν)
e εὐφραίνοισθε (r. 3) en εὐφραίνοιο (r. 4): wens
f ὀλοφύροιτο (r. 21): optativus in een bijzin in plaats van een indicativus
Slide 28 - Slide
B. Bijvoeglijk Naam
woord.
a εὐτυχής (r. 5): nom. ev mnl.
εὐτυχεῖς (r. 6): nom. mv mnl.
πλήρεις (r. 9): nom. mv mnl.
ἐνδεεῖς (r. 10): nom. mv mnl.
b zie grammaticaoverzicht bij Serie 8
Slide 29 - Slide
Συμβουλή
a verlegenheid; hij is opgelaten door het compliment
b ingressief, begin van de handeling
c ἐσιώπησε (r. 7)
ἐγέλασαν (r. 13)
γελάσας (r. 21)
ἐγέλασαν (r. 22)
Slide 30 - Slide
8.B Oefening 1
1 1 hij verbaast zich (opt. praes.)
2 hij roept/noemt, jij noemt jezelf
3 jij toont
4 ik schaam mij (opt. praes.)
5 jij bent, jij gaat
6 beminnen
Slide 31 - Slide
8.B Oefening 1
7 wij ontmoetten (aor.)
8 hij probeert (opt. aor.)
9 jullie zullen zwijgen
10 wij waren
11 zij beschouwen (opt. aor.)
12 adviseren (aor.)
Slide 32 - Slide
8.B Oefening 2
1 αἰσχύνει is 2 ev med., de rest 3 ev act.
2 λόγους is acc. mv mnl., de rest gen. ev onz.
3 εὐτυχῆ is acc. ev mnl./vrl., de rest nom. ev vrl.
4 ἴασι is 3 mv, de rest 3 ev
5 θαυμάσαι is inf. aor., de rest inf. praes.
6 ἄφρων is geen comparativus, de rest wel
Slide 33 - Slide
8.B Oefening 2
7 ἐπιχειρήσας is ptc. nom. ev mnl. aor. act., de rest is 2 ev aor. act.
8 καλεῖν is inf. praes., de rest inf. aor.
9 λύοιο is med., de rest act.
10 δυνάμεως is gen. ev vrl. van een znw., de rest is bijwoord
Slide 34 - Slide
8.B Oefening
Uit een fabel van Aisopos
Zij informeerde daar hoe het was/met hem ging.
De leeuw antwoordde: ‘Slecht’,
en vroeg de reden waarom ze niet naar binnen kwam.
En de vos zei:
‘Maar ik zou naar binnen zijn gekomen,
als ik niet sporen zou zien van velen die naar binnen gaan en van geen één die naar buiten komt’.
Slide 35 - Slide
8.B Oefening
Uit de Odyssee van Homeros
Lieve pappa, zou je dan niet een wagen voor mij gereed kunnen maken?
Slide 36 - Slide
8.B Oefening
Uit de Phaido van Plato 1
Wat zei de man dan voor z’n dood?
En hoe stierf hij?
Want ik zou het graag willen horen.
Uit de Phaido van Plato 2
En toch, als er geen kennis toevallig in hen aanwezig was/zou zijn,
dan zouden ze niet in staat zijn dat te doen.
Slide 37 - Slide
Aan het werk.
Leer de woordjes en grammatica t/m 8B
Maak oefening 3.
Dit is ook huiswerk.
Slide 38 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 39 - Open question
Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?
Slide 40 - Open question
More lessons like this
8 maart
February 2022
- Lesson with
32 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8B De Grappenmaker
February 2022
- Lesson with
25 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
22 februari
February 2022
- Lesson with
33 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
29 november
November 2021
- Lesson with
39 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
25 oktober
October 2021
- Lesson with
34 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
16 maart
March 2023
- Lesson with
35 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
9 september
September 2024
- Lesson with
43 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
23 maart
March 2022
- Lesson with
34 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4