4.3 Atomen als bouwstenen

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

H4.3 ATOMEN ALS BOUWSTENEN

Deze les

• Uitleg 4.3 
• Filmpje Periodiek Systeem
• Game: wie haalt de hoogste score?
• Maken opgaven  

Doelen

Je weet dat niet-ontleedbare stoffen elementen zijn

Je weet dat elementen uit atomen bestaan

Je weet dat atomen een symbool hebben

Je weet wat het periodiek systeem is

Je weet wat verbindingen zijn

Wat je al moet weten

Zuivere stoffen bestaan uit 1 soort moleculen

Bijna alle zuivere stoffen kan je ontleden (uit 1 stof ontstaan dan dus 2 of meer andere stoffen!)

                                    Moleculen bestaan uit  atomen

water

watermoleculen

2 waterstofatomen

en 1 zuurstofatoom

Als 2 moleculen hetzelfde zijn, horen ze bij dezelfde stof

1. waar
2. niet waar

Een molecuul is een groep atomen die met elkaar verbonden zijn

1. waar
2. niet waar

Er zijn miljoenen soorten moleculen

1. waar
2. niet waar

Een molecuul bevat altijd verschillende soorten atomen

1. waar
2. niet waar

Element

1. Een element bestaat uit 1 soort atomen


2. Een element heeft een symbool (hoofdletter+kleine letter)
3. Een element kan je niet ontleden 

Symbool van een element

De eerste letter van een symbool ALTIJD een hoofdletter.

De tweede letter van een symbool ALTIJD een kleine letter.

symbolen

afgeleid

van de 

Latijnse 

namen 

van de 

elementen

van links naar rechts = periode

van boven naar beneden = groep

0

www.cram.com

Verbinding

• Een verbinding bestaat uit 2 of meer soorten atomen die aan elkaar vastzitten.
• Een  verbinding is ontleedbaar 
  
• Een verbinding heeft totaal andere eigenschappen dan de elementen die in de verbinding voorkomen.
  
• Een verbinding heeft een formule (H₂O bijv.) 
• Verbindingen bestaan uit MOLECULEN
  

samenvatting: 

• atoomsoort=element
• elk element heeft een afkorting hoofdletter +evt kleine letter
• stoffen die uit meerdere soorten atomen staan noem je verbinding
• verbindingen kun je ontleden

Bij een ontledingsreactie gaan moleculen kapot

1. waar
2. niet waar

Bij een ontledingsreactie gaan atomen kapot

1. waar
2. niet waar

Opdrachten maken

opdracht: 28 tm 33, 35, 36, 39