What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 4: 'on' + aller
Aujourd'hui:
Répéter: mettre + mon / ma / mes
Aller (nouveau verbe!)
"on" --> wat betekent dat woordje?
Commencer à faire les devoirs
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aujourd'hui:
Répéter: mettre + mon / ma / mes
Aller (nouveau verbe!)
"on" --> wat betekent dat woordje?
Commencer à faire les devoirs
Slide 1 - Slide
Ik zet mijn pet op.
A
Je mets ma casquette.
B
Je mets mon casquette.
C
Je met ma casquette
Slide 2 - Quiz
Trek je je jas aan?
A
Tu met ta manteau?
B
Tu met ton manteau?
C
Tu mets ton manteau?
Slide 3 - Quiz
Hij trekt zijn schoenen aan.
A
Elle met ses chaussures.
B
Il mets ses chaussures.
C
Il met ses chaussures.
D
Il met son chaussures.
Slide 4 - Quiz
Je vai
s
Tu va
s
Il va
Nous all
ons
Vous all
ez
Ils vont
Je met
s
Tu met
s
Il met
Nous mett
ons
Vous mett
ez
Ils mettent
Aller
Mettre
Slide 5 - Slide
Ik ga
Jij gaat
Hij, zij gaat
Wij gaan
Jullie gaan, u gaat
Zij gaan
Je
Tu
Il, elle
Nous
Vous
Ils, elles
timer
3:00
vais
vas
allons
va
allez
vont
Slide 6 - Drag question
jij gaat
timer
1:00
Slide 7 - Open question
zij gaan (m)
timer
1:00
Slide 8 - Open question
Je vai
s
Tu va
s
Il va
Nous all
ons
Vous all
ez
Ils v
ont
Je met
s
Tu met
s
Il met
Nous mett
ons
Vous mett
ez
Ils mettent
Aller
Mettre
Ils s
ont
--> être
Ils
ont
--> avoir
Slide 9 - Slide
"On"
On
y va!
We
gaan erheen / Laten
we
gaan!
(Let's go!)
En France,
on
parle français.
In Frankrijk spreekt
men
Frans.
Mais
on
ne peut pas dire ça...
Maar dat kan
je
toch niet zeggen...
Wat betekent het woordje
on
?
Slide 10 - Slide
PARLER
Je parl
e
Tu parl
es
Il, elle parl
e
Nous parl
ons
Vous parl
ez
Ils, elles parl
ent
ÊTRE
Je suis
Tu es
Il, elle est
Nous sommes
Vous êtes
Ils, elles sont
On parle français!
On est ensemble!
En welke vorm krijgt "on"?
Slide 11 - Slide
On a froid! 🥶
A
👍
B
👎
Slide 12 - Quiz
On habitons à Delft.
A
👍
B
👎
Slide 13 - Quiz
On sommes hollandais.
A
👍
B
👎
Slide 14 - Quiz
On joue aux cartes. 🃏
A
👍
B
👎
Slide 15 - Quiz
Commencez les devoirs:
Apprendre:
H4 Vocabulaire 3 (tb, blz. 68)
Faire:
ex. 8 t/m 10 (wb, blz. 77)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
More lessons like this
HV3: les verbes devoir et mettre (Adomania 2 - étape 6)
February 2021
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
mettre (zetten/plaatsen/aantrekken)
October 2023
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
grammaire 1: mettre
February 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Onregelmatige werkwoorden aller t/m vouloir
October 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Mettre p.c. présent
January 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling mettre + verbuga + quizlet live
February 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
mettre (zetten/plaatsen/aantrekken)
January 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verbes être, faire, mettre
November 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3