This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Modern imperialisme
Europa verovert de wereld
Paragraaf 2: Europese wereldrijken
les 1
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen
Lezen paragraaf 2 (deels)
Aantekening
Maken opdrachten
Slide 3 - Slide
Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.
Slide 4 - Quiz
Wat is nationalisme?
A
Het hebben van een groot koloniaal rijk
B
Geloven in samenwerking tussen verschillende nationaliteiten
C
Een wereld zonder gewapende conflicten tussen de verschillende naties
D
Grote liefde voor je eigen land en volk
Slide 5 - Quiz
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je beschrijven dat er in de 19e eeuw Europese wereldrijken ontstonden.Daarnaast kun je de Nederlandse koloniën noemen.
Slide 6 - Slide
Lezen
Lezen paragraaf 2 (volgende slides)
Van handelspost naar wereldrijk
Nederlands-Indië
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
§2.2
Europese wereldrijken
A
Van handelspost naar wereldrijk
Leerdoel:
Je kunt beschrijven dat er in de 19e eeuw Europese wereldrijken kwamen
Begrippen:
modern imperialisme
B
Nederlands Indië
Leerdoel:
Je kunt de Nederlandse koloniën noemen en uitleg hoe Nederlands-Indië ontstond
Begrippen:
Nederlands-Indië
C
Oorzaken van het modern imperialisme (volgende les)
Leerdoel:
Je kunt drie oorzaken van het modern imperialisme noemen.
Begrippen:
afzetgebieden
racisme
Slide 10 - Slide
Aantekening
Neem de aantekening over en luister daarna via de audio naar de uitleg.
Slide 11 - Slide
§2.2
Europese wereldrijken: Neem dit over en luister dan naar de uitleg
A
Van handelspost naar wereldrijk
Leerdoel:
Je kunt beschrijven dat er in de 19e eeuw Europese wereldrijken kwamen
Begrippen:
modern imperialisme
Vanaf 1500:
Europese landen halen grondstoffen en producten uit Afrika, Amerika, Azië.
Deze gebieden noem je koloniën. In Amerika werkten Afrikanen als slaaf.
Langs Afrikaanse en Aziatische kust bouwden Europeanen handelsposten.
Azië: specerijen. Afrika: slaven
Slide 12 - Slide
Verandering in 1800
Doel was om zoveel mogelijk land te bezitten en te besturen.
Dit noem je modern imperialisme.
Veel geweld. Europeanen hadden veel betere wapens.
Europese landen bezaten gebieden over de hele wereld
§2.2
Europese wereldrijken: Neem dit over en luister dan naar de uitleg
A
Van handelspost naar wereldrijk
Slide 13 - Slide
§2.2
Europese wereldrijken: Neem dit over en luister dan naar de uitleg
B
Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt de Nederlandse koloniën noemen en uitleg hoe Nederlands-Indië ontstond
Begrippen:
Nederlands-Indië
1600: VOC en WIC opgericht voor handel specerijen en slaven
1800: VOC failliet. Gebieden en handelsposten overgenomen door regering.
Zo ontstonden de Nederlandse koloniën
Nederlands-Indië
De Antillen
Suriname
Slide 14 - Slide
Aan de slag
Maken opdrachten
Let op ik heb gezien dat er best wat mensen zijn die hw (paragraaf 1 niet af hebben, maak dat eerst af en ga dan naar paragraaf 2)
Slide 15 - Slide
Afronding
Kijk het onderstaande filmpje als dat lukt
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Bij modern imperialisme...
A
Houden mensen van hun land
B
Willen mensen graag vechten
C
Lopen alle mensen in een uniform
D
Willen landen graag koloniën hebben
Slide 18 - Quiz
Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 19 - Quiz
Welke uitspraak over modern imperialisme is niet waar? Modern imperialisme..
A
..draaide uit op meer
Europese samenwerking.
B
..was het streven van Europese (groot)machten naar een wereldrijk.
C
..leidde tot het stichten van
koloniën in vooral Afrika en Azië.