T2 Bs3 Cellen en weefsels M/H

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Thema 2. Organen en cellen

2.3 (H) weefsels. 2.6 (M) Weefsels

Lesprogramma

• Les
• Opdrachten maken
• Huiswerk volgende les noteren in plenda
• Afsluiten 

Wat gaan we deze les doen?

Leerdoelen 3.2

• Je weet dat een organisme bestaat uit cellen

• Je kunt weefsel van mensen en planten noemen met hun functie (M)

5 min lezen Bs 3 vanaf blz 103 (H) 116 (M)

Dit doen wij in stilte er wordt niet gesproken.

Klaar!!

Begin alvast een samenvatting (begrippen) te maken in je schrift

Cellen

Cellen = zijn kleinste levende bouwstenen van een organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Sommige organismen bestaan maar uit één cel. Andere organismen bestaan uit heel veel cellen.

Menselijk lichaam bestaat uit ongeveer 30 tot 37, 2 biljoen cellen!

Vormen van cellen

Cellen kun je alleen goed bekijken met een microscoop. 

Alle soorten cellen zien er anders uit.

- Een rode bloedcel is rond, zodat hij makkelijk door een bloedvat heen kan

- Een botcel heeft uitsteeksels waardoor hij steviger is

Weefsels

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie 

= weefsel

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. 

Kraakbeenweefsel

Kraakbeenweefsel bestaat uit cellen die in tussencelstof (bestaat uit lijmstof) liggen. Hierdoor is kraakbeenweefsel is soepel, stevig en buigzaam.

Botweefsel

De cellen van botweefsel zijn door uitlopers met elkaar verbonden. 

Tussen de cellen van botweefsel zit een tussencelstof die veel kalkstof en lijmstof bevat. Zo krijg je stevige botten die niet snel breken. 

Orgaanstelsel -> Orgaan -> Weefsel

Nu maken:

Opdrachten  (werkboek)

leren B3 

Mavo maken blz 117/118 opdr 1 t/m 4

Havo maken Blz 106 t/m 108 opdr 1 t/m 7 

Huiswerk noteren in je plenda

Leren Havo: Bs 1, 2 en 3

             Mavo: Bs 1, 2 en 6

?