2.8 Oefenen voor het examen Lezen en luisteren

Welkom!
Nederlands

Lezen & Luisteren
week 48


Nederlands

Oefenen examen Lezen en luisteren

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands

Lezen & Luisteren
week 48


Nederlands

Oefenen examen Lezen en luisteren

Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoelen bespreken
  • Uitleg
  • Oefenexamen maken 
  • Dilemma

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 
  • Je weet wat je van het examen kan verwachten.
  • Je weet rekening te houden met de tijd.
  • Je oefent met het maken van een examen Lezen en luisteren 3F.

Slide 3 - Slide

Examen Lezen en luisteren
  • Je hebt 120 minuten de tijd.
  • Je zorgt dat je 15 minuten van tevoren aanwezig bent. 
  • Je hebt je ID-bewijs bij je en je weet je inloggegevens.
  • Je krijgt leesteksten en kijk- en luisterfragmenten. Volgorde mag je zelf bepalen.
  • Alles is meerkeuze.
  • Er is een aantal hulpmiddelen die je kan inzetten. Zie oefenen.facet.onl
  • Oefenen kan ook via Facet. 

Slide 4 - Slide

Terugblik 
- Leesstrategie
- Tekstdoelen
- Matrixvragen, meerkeuzevragen en casusvragen

Slide 5 - Slide

Noem de leesstrategieën die je geleerd hebt (tip: het zijn er 4)

Slide 6 - Open question

Leesstrategieën 
  1. zoekend lezen
  2. verkennend lezen
  3. globaal lezen
  4. intensief lezen

Slide 7 - Slide

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een leesboek?
A
Instrueren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een sollicitatiebrief?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 11 - Quiz

Bij welke leesdoelen staat een mening centraal?
A
informeren
B
overtuigen/opiniëren
C
amuseren
D
activeren

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Onderwerp
Waar de hele tekst over gaat
Één woord of een klein groepje woorden

Slide 16 - Slide

Onderwerp: kenmerken
  • Verkennend lezen
  • Het onderwerp staat vaak in de titel en inleiding
  • Je vindt het onderwerp met behulp van de volgende vraag:
    waar gaat de hele tekst over?

Slide 17 - Slide

Hoofdgedachte
Hoofd

gedachte
= belangrijk
= wat de schrijver denkt
Dus: het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp

Slide 18 - Slide

Hoofdgedachte: kenmerken
  • Globaal lezen
  • Titel, inleiding of slot
  • Inhoud samenvatten in één zin (soms in twee zinnen)
  • Je vindt de hoofgedachte met behulp van de volgende vraag:
    wat probeert de schrijver me duidelijk te maken?
  • De hoofdgedachte is nooit een vraag

Slide 19 - Slide

Meerkeuzevragen

Slide 20 - Slide

 Casusvragen
In het examen komen ook casusvragen voor. 
Een casusvraag is een meerkeuzevraag die is gebaseerd op een situatie.

1. Je leest eerst de situatie en de vraag. 
2. Vervolgens zoek je in de tekst naar informatie die je nodig hebt om de vraag te beantwoorden.

Slide 21 - Slide

(Oefen)examen maken




Concentreren
Rekening houden met de tijd

Slide 22 - Slide

Hoe zorg jij ervoor dat je je goed kunt concentreren tijdens het examen?

Slide 23 - Open question

Examen maken

Slide 24 - Slide

Maken van oefenexamen 
Let op! 3F
MBO Nederlands 3F 2021-2022 oefenexamen

Tekst: 'Sollicitanten over de hindernisbaan'




Slide 25 - Slide

Oefenen!
  • oefenen.facet.onl
  • MBO Nederlands 3F 2021-2022 oefenexamen
  • Tekst: 'Sollicitanten over de hindernisbaan'
  • Oefenen via Taalblokken? Maak van elke Bouwsteen het onderdeel 'Lezen en luisteren' of ga naar Extra > Lezen

Slide 26 - Slide

Klassikaal bespreken
Hoe ging het?
Zijn er vragen?

Slide 27 - Slide