This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Op tafel: Ipad op de lessonup app
eigen naam gebruiken
Slide 1 - Slide
Planning
Vorige les
Feedback geven en krijgen van klasgenoot
Feedback van docent (algemene errors)
Slide 2 - Slide
Doel
Aan het einde van de les heb je feedback gegeven en gekregen om jouw 6 zinnen te verbeteren
Doel behalen - hoe?
Je kan uitleggen hoe en wanneer je de past simple gebruikt.
Je kan uitleggen hoe je feedback moet geven aan je klasgenoot.
Je kan feedback geven op de zinnen van je klasgenoot.
Slide 3 - Slide
Vorige les
Slide 4 - Slide
Wat hebben wij vorige les gedaan?
Slide 5 - Mind map
Wanneer gebruik je de past simple?
A
In de tegenwoordige tijd
B
In de verleden tijd
C
In de toekomstige tijd
D
Om te zeggen dat iets simpel is
Slide 6 - Quiz
Past simple - werkwoord to be (zijn)
Was
Were
I
You
He/she/it
We
You m.v.
They
Slide 7 - Drag question
Waar of niet waar?
Bij de bevestigende vorm van de past simple zet je -ed achter het werkwoord.
Waar
Niet waar
Slide 8 - Poll
Waar of niet waar?
Eindigt een werkwoord op een -e (bake) dan zet je er -ed achter.
Waar
Niet waar
Slide 9 - Poll
Ontkennende zinnen maak je ...
A
did + stam van werkwoord
B
didn't + stam van werkwoord
Slide 10 - Quiz
We ______(to bake) a cake for you.
Ontkennend
A
did baked
B
didn't bake
C
didn't baked
D
did bake
Slide 11 - Quiz
Een vragende zin maak je...
A
Did + wie + stam
B
Didn't + wie + stam
Slide 12 - Quiz
_______ (to buy) a new bike?
Vragend
A
did he buy
B
didn't he buy
C
didn't he buyed
D
did he buyed
Slide 13 - Quiz
Uitleg past simple
(+) I walked to school last week. Wie + stam + -ed
(-) I did not/didn't walk to school last week. Wie +did not/didn't +stam
(?) Did I walk to school last week? Did + wie + stam
Slide 14 - Slide
Start les - deel 2
Slide 15 - Slide
Feedback geschreven zinnen
Jij krijgt het blaadje met de zinnen van degene naast je. Jij checkt met het formulier of de zinnen kloppen.
Geef je klasgenoot het formulier met uitleg terug.
Slide 16 - Slide
Weet je hoe je jouw klasgenoot feedback moet geven?
Ja
Bijna
Nee
Slide 17 - Poll
Algemene errors
1. 'ik' in het Engels -> I i.p.v. i
2. Structuur van de zin -> SVO
3. Going to -> gebruik je in de toekomst
4. Gebruik de verleden tijd. 'I liked cycling up the hill, the view was very pretty!'
5. didn't met ' schrijven
6. I was picnicked -> I picnicked
Slide 18 - Slide
Algemene errors
Onregelmatige werkwoorden....
Krijgen geen -ed maar veranderen volledig!
I see I saw
I go I went
I eat I ate
I make I made
Slide 19 - Slide
Heb je nuttige feedback gekregen waarmee je je zinnen kan verbeteren?
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Poll
Slide 21 - Slide
Op tafel: Ipad op de lessonup app
eigen naam gebruiken
Slide 22 - Slide
Planning
Vorige les
Schrijfopdracht
Feedback geven aan jezelf
Slide 23 - Slide
Aan het einde van de les kan je de past simple gebruiken om 2 alinea's te schrijven waarin je vertelt wat je leuk/niet leuk vond aan gebeurtenissen in de vakantie.
Slide 24 - Slide
Doel behalen - Hoe?
1. Je kan de past simple gebruiken om een zin op te schrijven in de past simple
2. Je kan de SVO structuur in je zin gebruiken?
Handig:
1. Je weet wanneer je de 'past simple' gebruikt.
2. Je weet wanneer je was/were gebruikt.
3. Je weet dat er -ed achter regelmatige werkwoorden moet in de 'past simple'.
4. Je weet hoe je did /didn't in een ontkennende/vragende zin gebruikt.
Slide 25 - Slide
Wat hebben we vorige les gedaan?
Slide 26 - Mind map
SVO structuur
I walked my dog
I walked my dog in the park with my mom this morning.
Slide 27 - Slide
Algemene errors
1. 'ik' in het Engels -> I i.p.v. i
2. Structuur van de zin -> SVO
3. Going to -> gebruik je in de toekomst
4. Gebruik de verleden tijd. 'I liked cycling up the hill, the view was very pretty!'
5. didn't met ' schrijven
6. I was picnicked -> I picnicked
Slide 28 - Slide
Algemene errors
Onregelmatige werkwoorden....
Krijgen geen -ed maar veranderen volledig!
I see I saw
I go I went
I eat I ate
I make I made
Slide 29 - Slide
Schrijfopdracht
-
past simple
Slide 30 - Slide
Schrijfopdracht: past simple
2 alinea's van 5 zinnen
1 alinea over de leuke dingen uit de vakantie
1 alinea over de niet leuke dingen uit de vakantie.