Startrekenen vooraf B H10.3 + 10.4 Meten

1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel:

- Je leert over meters en centimeters
- Je leert hoe je dit opschrijft in een kommagetal
- Je leert over de lengte, breedte en hoogte van iets

Slide 2 - Slide

Herhaling vorige les:

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Uitleg 14
Als iets langer is dan 100 centimeter, kun je de afkorting schrijven in meter en centimeter.

Het tapijt op het plaatje is 110 cm, dat is dus 1 meter en 10 centimeter. 

Het tapijt is 1 m en 10 cm breed.

Slide 5 - Slide

Zelfstandige opdracht:


Maak opdracht 33 t/m 37

Slide 6 - Slide

Uitleg 15

Een meter bestaat uit 100 stukken van 1 centimeter. 
1 centimeter is dus 0,01 meter. 
Dat is een honderdste deel van een meter.

Slide 7 - Slide

Samen opdracht:


Opdracht 39 t/m 41

Slide 8 - Slide

Uitleg 16
Als iets langer is dan 100 centimeter, kun je de afmeting ook schrijven als kommagetal in meter.

De tafel op het plaatje is 210 cm lang. Hoeveel meter is dat?
200 cm = 2 m. 10 cm = 0,10 m.
De tafel is dus 2,10 m lang.

Slide 9 - Slide

Zelfstandige opdracht:


Maak opdracht 42 t/m 46.

Slide 10 - Slide

10.4 Rekenen met m en cm
Soms moet je meter als centimeters schrijven om iets uit te rekenen. Denk bijvoorbeeld aan techniek!

Kijk naar de plank van Piet en uitleg 18.

Slide 11 - Slide

Samen opdracht:
Opdracht 47 en 48

Daarna:

Test jezelf: je krijgt volgende les een cijfer.

Slide 12 - Slide

Klaar met Test jezelf?
Pak een laptop en ga naar
www.studiemeter.nl

log in en ga naar:

Hoofdstuk 10 - Meten - Oefeningen


Slide 13 - Slide