What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
12 juni
12 juni
nieuwe leerwoorden
facet oefenen
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
12 juni
nieuwe leerwoorden
facet oefenen
Slide 1 - Slide
Jouw vraag heeft betrekking op de lessen Burgerschap.
betrekking hebben op=
A
komt van
B
te maken met
C
verwijst naar
D
weet niet
Slide 2 - Quiz
Uiteraard ga ik met jou mee naar jouw diploma uitreiking!
uiteraard =
A
onnatuurlijk
B
natuurlijk niet
C
natuurlijk
D
weet niet
Slide 3 - Quiz
Ik streef naar het hoogst haalbare in mijn werk.
streven naar=
A
proberen te bereiken
B
opgeven
C
meer je best doen
D
weet niet
Slide 4 - Quiz
Ik kan je allen globaal antwoord geven.
globaal =
A
bijzaken
B
hoofzaken
C
precies
D
weet niet
Slide 5 - Quiz
Ik beschik over een laptop, dus ik kan mijn huiswerk maken.
beschikken over=
A
ontvangen
B
iets kunnen gebruiken
C
bedoeld zijn voor
D
weet niet
Slide 6 - Quiz
Aanvankelijk was er regen, maar nu schijnt de zon.
aanvankelijk =
A
het begin
B
het midden
C
het einde
D
weet niet
Slide 7 - Quiz
De tillift dient voor het verplaatsen van onze bewoners.
dient voor=
A
te bereiken voor
B
te besteden voor
C
te gebruiken voor
D
weet niet
Slide 8 - Quiz
Het is nauwelijks merkbaar dat je verlegen bent. Je praat zoveel.
nauwelijks=
A
bijna wel
B
bijna niet
C
bijna
D
weet niet
Slide 9 - Quiz
Wil je elders gaan zoeken? Hier ligt jouw boek niet.
elders=
A
dezelfde plek
B
ergens anders
C
een andere plek
D
weet niet
Slide 10 - Quiz
Onder bomen verstaan we grote planten met veel bladeren, zoals in een bos. verstaan onder =
A
bedoelen met
B
gebruiken voor
C
ervan uitgaan
D
weet niet
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
opdracht
open facet
Nederlands 2F
MBO Nederlands 2F 2020-2021
Vraag 36 tot en met 41
Inleveren = score zien!
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
opdracht
Pak een voorwerp.
vertel aan degene naast je waarvoor je het voorwerp gebruikt.
Gebruik het juiste signaalwoord.
Let op met of zonder inversie!
Slide 18 - Slide
Nu Nederlands
Taalverzorging
formuleren 3.2 Signaalwoorden
opdracht 1 t/m 7
Slide 19 - Slide
More lessons like this
les 11
November 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
woordenschattoetsvragen lijst 7 en 8
April 2024
- Lesson with
17 slides
5 juni
June 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
les 9
November 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
25 november
November 2024
- Lesson with
10 slides
les 3
November 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
29 mei
May 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
15 mei
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2