Leesvaardigheid tekstverbanden

Tekstverbanden
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekstverbanden

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
  • Lesdoelen bespreken
  • Terugblik
  • Vooruitblik 'tekstverbanden' 
  • Uitleg
  • Opdracht maken
  • Extra oefenen/ extra uitdaging
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Tekstverbanden
Je kunt aangeven welk verband er in de zin, 
alinea of tekst voorkomt (voorbeeld, 
tegenstelling, opsomming en conclusie).

Je kunt de signaalwoorden die bij deze 
verbanden horen in een tekst aanwijzen.

Slide 3 - Slide

Waarom moet je dit weten?
  1. Als je snapt wat de tekstverbanden zijn en je weet welke signaalwoorden hierbij horen, zul je merken dat je teksten beter gaat begrijpen
  2. Ook als je zelf een tekst schrijft, is het goed om te weten hoe je samenhang in een tekst kunt creëren door gebruik te maken van signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

Maak van deze 2 zinnen
1 tegenstellende zin:
Lisa was vroeg op school. Justin kwam te laat.

Slide 5 - Open question

Maak van deze drie voorbeelden een goede zin met een opsomming:
Audi, BMW, Volkswagen

Slide 6 - Open question

In welke zin staat een tegenstelling?
A
Josie is lief, daarom mag ik haar
B
Ik vind het veel te warm in landen, zoals Frankrijk en Spanje
C
Zij moest nablijven. Daarentegen mocht ik wel gaan.
D
Soms slaap ik slecht, doordat ik veel suiker eet

Slide 7 - Quiz

Tekstverband "voorbeeld"
In de tekst wordt een voorbeeld gegeven. Dit voorbeeld herken je aan de volgende signaalwoorden:

  • Bijvoorbeeld/ voorbeeld
  • Stel
  • Zo
  • Zoals

Slide 8 - Slide

Tekstverband "tegenstelling"
Een tegenstelling geeft het tegenovergestelde aan; Niet warm, maar koud. Dit tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:
  • Maar
  • Echter
  • Daarentegen
  • Toch

Slide 9 - Slide

Tekstverband "conclusie"
Een conclusie is een besluit/ uitkomst. Dit tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:

  • Concluderend
  • Dus
  • Kortom
  • Vandaar

Slide 10 - Slide

Tekstverband "opsomming"
Als er verschillende dingen na elkaar worden opgenoemd, is dit een opsomming. Dit tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:
  • Ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • En
  • Ook
  • Verder

Slide 11 - Slide

Wat is het tekstverband in deze zin?
Pizza is het favoriete eten van Ryan. Ook Dylan houdt van pizza.
A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Opsomming

Slide 12 - Quiz

Geef het signaalwoord van deze zin:
Ik heb het ingeleverd, maar Janey niet.

Slide 13 - Open question

Wat is een signaalwoord in deze zin:
Mijn vrienden en ik spelen graag buiten, hoewel we ook vaak binnen spelen.
A
graag
B
hoewel
C
vaak
D
binnen

Slide 14 - Quiz

Welk verband staat er in de zin?
Mijn vrienden en ik spelen graag buiten, hoewel we ook vaak binnen spelen.
A
Tegenstellend
B
Concluderend
C
Opsommend
D
Voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ga een rechtop zitten, ........je dat thuis of ook moet doen.
A
en
B
dus
C
want
D
zoals

Slide 16 - Quiz

Welk tekstverband was dit?
Ga eens rechtop zitten, zoals je dat thuis ook moet doen.

A
Tegenstelling
B
Voorbeeld
C
Opsomming

Slide 17 - Quiz

Placemat
1. Lees de tekst (B of C) en markeer de signaalwoorden
2. Schrijf jouw signaalwoorden in het midden op
3. Dubbele woorden streep je weg

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Placemat
4. Overleg nu samen welke signaalwoorden bij welk tekstverband passen
5. Schrijf de signaalwoorden bij het juiste tekstverband
6. Vergelijk jullie placemat met een ander tweetal en vul aan

timer
10:00

Slide 19 - Slide

extra uitdaging = tekst C
Zoek bij de overgebleven signaalwoorden het juiste tekstverband.
extra oefening = opdrachten perron
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Tekst C
  1. Zoek andere signaalwoorden op in de tekst
  2. Zoek bij deze signaalwoorden het tekstverband
  3. Schrijf het signaalwoord + tekstverband op



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Happertje
1. Vouw het happertje (zie afbeelding)
2. Schrijf de tekstverbanden op de buitenste flappen.
3. Kies een signaalwoord bij dat tekstverband onder de flap. 

Slide 23 - Slide

Als alles af is?
Huiswerk:

Maak van Mijn stijl 
Perron opdracht 14, 15 en 16

Slide 24 - Slide

3 dingen die ik deze les heb geleerd:

Slide 25 - Open question

2 dingen die ik leuk vond of die goed gingen:

Slide 26 - Open question

1 ding waar ik nog een vraag over heb:

Slide 27 - Open question

Huiswerk voor dinsdag
Maak van Mijn stijl :

Perron 3 opdracht 14, 15 en 16

Slide 28 - Slide

Evaluatie
Verstuur een Twitter-bericht: 
  1. Schrijf bij @ jouw naam.
  2. Bedenk wat je hebt geleerd over tekstverbanden en signaalwoorden. Wat ging goed en wat vond je lastig?
  3. En schrijf iets bij # 

Slide 29 - Slide