T6B3

Thema 6: Zintuigen
B3 De ogen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6: Zintuigen
B3 De ogen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoelen
In het einde van deze les kan je:
  • minimaal twee onderdelen die het oog beschermen benoemen.
  • minimaal drie onderdelen van de binnenkant van het oog benoemen.

Slide 3 - Slide

Bescherming van het oog
  • Wenkbrauwen: bescherming tegen zweet/vocht. 
  • Wimpers: bescherming tegen vuil en fel licht. 

Slide 4 - Slide

Traanklieren produceren traanvocht: 
  • bescherming tegen uitdroging van het oog. 
  • reiniging van het oog. 

De traanbuizen voeren het traanvocht af. 

Slide 5 - Slide

Buitenkant van het oog
  • Harde oogvlies: het witte deel, beschermt het binnenste van het oog. 
  •  Iris: gekleurde deel.
  • Pupil: zwarte deel, hier komt het licht binnen. 
  • Hoornvlies: doorzichtig laagje, beschermt de iris. 

Slide 6 - Slide

Binnenkant van het oog
  • Lens: zorgt ervoor dat je dingen scherp kan zien.
  • Glasachtig lichaam: geleiachtige vloeistof die alles op zijn plek houdt. 

Slide 7 - Slide

De wand van het oog
Drie lagen:
Netvlies: hierin liggen de zintuigcellen.
Vaatvlies: hierin liggen bloedvaten (voeden het oog en voeren afvalstoffen af).
Harde oogvlies: buitenste laag (witte gedeelte), hieraan zitten de oogspieren. 

Slide 8 - Slide

Binnenkant van het oog
In het netvlies zitten de zintuigcellen die impulsen afgeven via de oogzenuw aan de hersenen.

Waar de oogzenuw het oog verlaat zitten geen zintuigcellen, dit noem je de blinde vlek.

Met de gele vlek zie je het scherpst.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Werking van de ogen
Het licht gaat als volgt door het oog: 

hoornvlies -> pupil -> lens -> glasachtig lichaam -> zintuigcellen in de netvlies. 

Slide 11 - Slide

Werking van de ogen
Lens keert het beeld om en verkleind het beeld, hersenen zetten dit recht

Slide 12 - Slide

De werking van de ogen: 
Bijziend: ziet dichtbij scherp. 
  • De lens is te bol.
  • Een holle lens corrigeert.

Verziend: ziet in de verte scherp. 
  • De lens is te plat.
  • Een bolle lens corrigeert.

Slide 13 - Slide

Opdrachten
Maken 6.3 opdracht 13 t/m 18

Slide 14 - Slide