Oefenen voor de toets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Wat is de industriële revolutie?

1. De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
2. De trek van het platteland naar de stad
3. De overgang van werken met de hand naar werken met machines
4. Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

5. Welke zin is een oorzaak van de verstedelijking in de 19e eeuw?

1. Door de komst van machine verliezen veel mensen hun werk
2. De sociale kwestie ontstaat
3. Er zijn veel besmettelijke ziektes
4. Veel mensen zoeken werk in de steden

3. In welke bedrijfstak vond de mechanisatie plaats?

1. Auto-industrie
2. Metaal industrie
3. Textiel industrie
4. Chemische industrie

Welk begrip past het beste bij het schilderij van Van Gogh

1. Industriële revolutie
2. Sociale kwestie
3. Urbanisatie
4. Huisnijverheid

Politiek 19e eeuw

Was er sprake van echte democratie door Thorbecke?

1. Ja, er mocht gestemd worden
2. Nee, alleen vrouwen mochten nog niet stemmen
3. Nee, de koning had nog veel macht
4. Nee, alleen als je genoeg geld betaalde mocht je stemmen

Welk standpunt is liberaal

1. De overheid moet zorgen voor arme mensen
2. De overheid regelt zo min mogelijk
3. De overheid moet zorgen voor christelijke scholen
4. De overheid moet iedereen stemrecht geven

Welke partij is tegenwoordig socialistisch?

1. Partij van de Arbeid
2. CDA (Christen Democratisch Appel)
3. D66 (democraten 66)
4. PVV (Partij Voor de Vrijheid

Welke partij zal de man met de hoed stemmen?

1. Liberaal
2. Sociaal
3. Confessioneel

Van welke stroming zal de maker waarschijnlijk zijn?

1. Liberaal
2. Sociaal
3. Confessioneel

Welke vrouw staat als eerst op de schaatsen?

1. Aletta Jacobs
2. Wilhemina Drucker
3. De vrouw van Thorbecke
4. Thorbecke zelf