Voorzetsels: thema verkeer

Voorzetsels: thema verkeer
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Secundair onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Voorzetsels: thema verkeer

Slide 1 - Slide

De auto rijdt ... de fietser.
A
op
B
tussen
C
naast
D
in

Slide 2 - Quiz

De auto zit vast ... de vrachtwagens.
A
naast
B
in
C
op
D
tussen

Slide 3 - Quiz

De fietsers rijden ... het fietspad.
A
in
B
onder
C
op
D
boven

Slide 4 - Quiz

De kat zit ... de boom.
A
onder
B
tussen
C
in
D
boven

Slide 5 - Quiz

Het kindje zit ... de fiets.
A
in
B
boven
C
onder
D
op

Slide 6 - Quiz

De man zit ... de auto.
A
tussen
B
op
C
in
D
naast

Slide 7 - Quiz

De fietser rijdt ... de auto.
A
achter
B
links van
C
rechts van
D
voor

Slide 8 - Quiz

De fietser rijdt ... de auto en de bus.
A
naast
B
links van
C
tussen
D
onder

Slide 9 - Quiz

De auto rijdt ... de fietser.
A
achter
B
links van
C
rechts van
D
voor

Slide 10 - Quiz

De bus rijdt ... de fietser.
A
achter
B
links van
C
op
D
voor

Slide 11 - Quiz

De fietser rijdt ... de auto's.
A
naast
B
rechts van
C
tussen
D
op

Slide 12 - Quiz

De fietser rijdt ... de auto's.
A
naast
B
links van
C
tussen
D
rechts van

Slide 13 - Quiz

Zij wandelen ... de brug.
A
naast
B
op
C
tussen
D
boven

Slide 14 - Quiz

De fiets ligt ... de auto.
A
boven
B
op
C
tussen
D
onder

Slide 15 - Quiz

De auto staat ... de fiets.
A
boven
B
op
C
tussen
D
onder

Slide 16 - Quiz

Zij wandelen en fietsen ... straat.
A
naast
B
boven
C
op
D
in

Slide 17 - Quiz

De auto staat ... de takelwagen.
A
boven
B
achter
C
onder
D
op

Slide 18 - Quiz

De kegel staat ... de takelwagen.
A
boven
B
achter
C
onder
D
op

Slide 19 - Quiz

De bal is ... haar hoofd.
A
op
B
achter
C
boven
D
naast

Slide 20 - Quiz

De kinderen zitten ... de bus.

Slide 21 - Open question

Zij fietsen ... het fietspad.

Slide 22 - Open question

De fietsers rijden ... de auto.

Slide 23 - Open question