4.3 kan het sneller en beter?

Deze les
  • Korte herhaling par 4.2 
  • Uitleg par 4.3 adhv LessonUp
  • Resterende tijd: aan de slag met 35 tot en met 41

In de tekst staan belangrijke begrippen in het wit beschreven. Deze schrijf je in je schrift

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Deze les
  • Korte herhaling par 4.2 
  • Uitleg par 4.3 adhv LessonUp
  • Resterende tijd: aan de slag met 35 tot en met 41

In de tekst staan belangrijke begrippen in het wit beschreven. Deze schrijf je in je schrift

Slide 1 - Slide

De productiefactoren zijn:
A
Natuur, arbeid en kannibaal
B
Agrarisch, productie en dienstverlening
C
Kapitaal , arbeid en natuur
D
Machines, personeel en winst

Slide 2 - Quiz

Met deze formule bereken je winst
Winst =

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:

  • Wat technologische ontwikkelingen zijn
  • Het verschil tussen mechanisatie en automatisering
  • Wat arbeidsproductiviteit is
  • Hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen
  • Hoe je de afschrijving van een kapitaalgoed berekent

Slide 5 - Slide

4.3 Kan het sneller en beter?
Technologische ontwikkelingen zijn nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen. Hierdoor kunnen bedrijven makkelijker, sneller, goedkoper en/of beter  produceren


Er is hierbij een verschil tussen mechanisatie en automatisering:
Mechanisatie: machines nemen het zware werk van mensen over.
Automatisering: computers en computerprogramma’s sturen de productie aan.



Slide 6 - Slide

Hoe zag je automatisering en mechanisatie terug in het filmpje? (Begin van de les)

Slide 7 - Open question

4.3 Kan het sneller en beter?
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.


Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten  (alle kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren).



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Afschrijving
De afschrijving bereken je als volgt:
Afschrijving per jaar = aanschafprijs : aantal gebruiksjaren

Slide 10 - Slide

Bereken de afschrijving: Tim koopt voor €30.000,- een machine. Deze machine gaat 10 jaar mee.

Slide 11 - Open question

Ik koop een machine van €50.000. Na 4 jaar koop ik een nieuwe. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 12 - Open question

Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel re produceren.

Slide 13 - Quiz

Een mixer is een voorbeeld van automatisering of
mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 14 - Quiz

Vroeger

Productie met de hand.
Kostte vaak veel tijd.
Nu
Door:
Mechanisatie en 
Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.

De arbeidsproductiviteit is gestegen.

Slide 15 - Slide

Extra oefenen
Leerlingen die extra willen oefenen met afschrijvingen?
Samen maken opgave 47 en 48 uit het boek

Slide 16 - Slide

Maken
Op blz 106 opdracht 35 tot 41

Klaar? Aan de slag met huiswerk:
Huiswerk = opdracht 42 tot 49

Slide 17 - Slide

Hoofdstuk 4 par 3
  • Kan het beter sneller en beter.

Slide 18 - Slide