Humor (havo 3)

Nederlands
Je leert welke vormen van humor worden gebruikt in fictie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Je leert welke vormen van humor worden gebruikt in fictie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Wat is humor?
  • Verschillende vormen van humor
  • Actieve bijdrage en niet door elkaar praten
  • Eerst lezen..

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je leert welke vormen van humor er gebruikt worden in fictie. 



    Slide 3 - Slide

    In de middeleeuwen: De hofnar

    Slide 4 - Slide

    Functie van humor
    Zaken bespreekbaar maken
    Misstanden bekritiseren
    Waarden en normen tegen het licht houden
    Samen lachen en verbinden

    Humor = subjectief

    Slide 5 - Slide

    Humor als kunstvorm
    Satire = op humoristische wijze wordt kritiek op de maatschappij geleverd
    Parodie/ persiflage = een bekend persoon of kunstwerk wordt op spottende wijze nagebootst en hierdoor belachelijk gemaakt

    Slide 6 - Slide

    1

    Slide 7 - Video

    00:00
    Wat is dit?
    A
    Satire
    B
    Parodie/ persiflage

    Slide 8 - Quiz

    Slide 9 - Video

    Humor met stijlfiguren

    Stijlfiguren zijn formuleringen ( woorden en zinnen ) die gebruikt worden om bij jou als lezer een effect te bereiken. 

    Anticlimax
    Hyperbool
    Understatement
    Woordspeling
    Ironie
    Sarcasme 
    Cynisme

    Slide 10 - Slide

    Stijlfiguren

    Slide 11 - Slide

    Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje
    A
    hyperbool
    B
    understatement
    C
    anticlimax

    Slide 12 - Quiz

    Als al je verstandskiezen in één keer getrokken worden, is dat geen pretje.
    A
    hyperbool
    B
    understatement
    C
    anticlimax

    Slide 13 - Quiz


    Ik verveel me dood.


    A
    hyperbool
    B
    understatement
    C
    anti-climax

    Slide 14 - Quiz

    Woordspeling
    Creatief gebruikmaken van verschillende betekenissen van een woord of uitdrukking. 

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Slide

    Ironie

    Slide 17 - Slide

    Sarcasme

    Slide 18 - Slide

    Slide 19 - Slide

    ‘Je moet vooral zo doorwerken, dan kom je er in ieder geval’, zegt de mentor tegen de havoleerling (die zijn taak weer niet gemaakt heeft)
    A
    Ironie
    B
    Sarcasme
    C
    Cynisme

    Slide 20 - Quiz

    Bij een hevige regenbui:
    Ideaal strandweertje!
    A
    Ironie
    B
    Sarcasme
    C
    Cynisme

    Slide 21 - Quiz

    Kortom...
    Humor haalt spanning uit de lucht en werkt verbindend. Humor is subjectief. 

    Slide 22 - Slide

    Opdracht
    Maken opdracht 1 t/m 3 op blz 91

    Slide 23 - Slide

    Gouden Ei 
    verder lezen

    Slide 24 - Slide