Longtest

Longen
Testvragen en casuïstiek
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Longen
Testvragen en casuïstiek

Slide 1 - Slide

Wat hebben longen met het hart te maken?

Slide 2 - Open question

De longen zijn onderdeel van de bovenste luchtwegen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Welke houding is uitermate geschikt voor cliënten met longaandoeningen
A
Rugligging
B
Buikligging
C
Zijligging
D
Rechtopzittende

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de ziekte waarbij de elasticiteit/ rek uit je longen is?
A
Astma
B
Pleuritis
C
COPD
D
Astbestkanker

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

De longen staan via de longader en de longslagader met het hart in verbinding. Dit noemen we de grote bloedsomloop.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Het bloed dat naar de longen stroomt is:
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 8 - Quiz

Hoe onderzoekt een arts of er vocht in de longen zit? hij/ zij....gaat
A
inspecteren
B
ausculteren
C
palperen
D
percuteren

Slide 9 - Quiz

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

wanneer wordt lucht uit de longen geperst
A
als het middenrif omlaag gaat
B
als het middenrif omhoog gaat

Slide 11 - Quiz

Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 12 - Quiz

Je kunt beter zoet water in je longen krijgen dan zout water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De longen zijn omgeven door longvliezen. Deze bestaan uit een binnen- en een buitenblad. Hoe heet het binnenste blad?
A
borstvlies
B
longvlies
C
oppervlakkig vlies
D
ribvlies

Slide 14 - Quiz

De luchtpijp, de bronchiën, de bronchioli en de longblaasjes behoren tot de longen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

De longen bestaan uit:
A
1 longkwab
B
2 longkwabben
C
5 longkwabben
D
4 longkwabben

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

De rechter long is verdeeld in 2 kwabben.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

COPD is een chronische, ..... aandoening van de longen.
A
kankerachtige
B
ontstekingsachtige
C
metabole
D
genetische

Slide 19 - Quiz

de luchtstroom door de longen noemen we...
A
perfusie
B
ventilatie
C
diffusie
D
osmose

Slide 20 - Quiz

Bij zorgvragers met emfyseem vormen meerdere kleine longblaasjes één groter longblaasje, waardoor de longen groter worden. Hierdoor wordt het totale aantal longblaasjes steeds kleiner.
Vraag: Wat is hier het gevolg van?
A
Minder bloedvoorziening naar de longblaasjes
B
Toegenomen opname van zuurstof in het bloed
C
Toegenomen ontstekingsreactie in het longweefsel
D
Minder uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide