This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doel van de les:
Je kan argumenten verzinnen volgens A.U.B-methode.
Je kan een tegenargument bedenken met weerlegging.
Je neemt deel aan het debat
Je kan een artikel schrijven
Slide 2 - Slide
Waarom moeten we leren argumenteren?
voor later in je werk
voor situaties waarin je wilt uitleggen waarom je iets vindt
VOOR DE REST VAN DE EXAMENS NEDERLANDS!!!! (schrijven, spreken, gesprekken)
Slide 3 - Slide
Argumenten beoordelen
De argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt
Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
De argumenten zijn inhoudelijk correct
De argumenten bevatten geen drogredenen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?
Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken
Slide 7 - Slide
Drogreden = vals argument
-opschepperij
-emotionele chantage
-veronderstelling
-generalisatie
-cirkelredenering
-persoonlijke aanval
-vals dilemma
Slide 8 - Slide
Even oefenen
Slide 9 - Slide
Alcoholproducten moeten 2 keer zo duur worden. Standpunt VOOR. Wat is jouw argument?
Slide 10 - Open question
Alcoholproducten moeten 2 keer zo duur worden. Standpunt VOOR. Wat is jouw tegenargument met weerlegging?
Slide 11 - Open question
Nu zelf verder.
We gaan in debat.
Verdeel de klas in 2 groepen
Jullie krijgen zo een stelling.
De ene groep is VOOR
De andere groep TEGEN
Slide 12 - Slide
IEDERE WERKNEMER MOET EEN MAAND PER JAAR STAGELOPEN IN EEN ANDERE SECTOR.
Slide 13 - Slide
schrijven
Over het belastingmuseum
of
over de stelling:
Het is goed om jezelf te trakteren en niet naar je uitgaven te kijken. Het zijn toch maar kleine bedragen.