2.4 De verzekering dekt de schade deel 1

2.4 Wat is verzekeren?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.4 Wat is verzekeren?

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Wanneer verzekeren?
Een auto-ongeluk, een brand in huis, een fiets die wordt gestolen, iedereen loopt het risico dat er dingen gebeuren die je niet verwacht. 
Dat is niet te voorkomen. Maar je kunt je verzekeren om de financiële gevolgen van zo'n gebeurtenis op te vangen. 
Dat gaat zo: je betaalt een premie aan de verzekeringsmaatschappij. Gebeurt er iets en voldoet dit aan de voorwaarden van de verzekering, dan krijg je een uitkering van de verzekeringsmaatschappij.

Slide 3 - Slide

Wel of niet verzekeren?
Sommige verzekeringen zijn verplicht. Bijvoorbeeld een ziektekostenverzekering of een verzekering voor je auto.
Bekijk de informatie over deze verplichte verzekering. Voor de meeste andere verzekeringen kies je vrijwillig. Voordat je een verzekering afsluit stel je eerst een paar vragen.

Slide 4 - Slide

Verzekerde
Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij.

Slide 5 - Slide

Premie
De prijs van de verzekering; het bedrag dat een verzekerde betaalt aan de verzekeringsmaatschappij om verzekerd te zijn.

De hoogte van de premie hangt af van het risico en hoogte van het verzekerd bedrag.

Slide 6 - Slide

Even herhalen!

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Verzekeraar
De verzekeringsmaatschappij.

Slide 9 - Slide

Polis
Een bewijs van verzekering.

Slide 10 - Slide

Dus, wat staat er zoal in zo’n polis?
  1. Wie er verzekerd is
  2. De ingangsdatum en duur van je polis
  3. De prijs van de verzekering
  4. Welke spullen onder de dekking vallen
  5. Het eigen risico
  6. Uitleg van de verzekeringsvoorwaarden
  7. Wat er allemaal onder je polis valt
  8. Wat er niet onder je polis valt

Slide 11 - Slide

Marlou gaat met een vriendin op
vakantie. Ze sluiten een reisverzekering af. Die kost
€ 1,10 per persoon per dag. Ze gaan 15 dagen met
vakantie.
Bereken hoeveel premie ze in TOTAAL betalen.
A
Premie: € 16,50
B
Premie: € 2,20
C
Premie: € 33,00
D
Premie: € 16,10

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist?
Hoe hoger het risico, hoe hoger de premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Eigen risico
Het deel van de schade dat je als verzekerde zelf betaalt.

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
2.4 De verzekering dekt de schade. 
Opdrachten: 9 t/m 16

Af? Dan begrippen 2.4 leren (zie Magister)

Slide 15 - Slide

Oefentoetsen maken

H1 Verstandig kopen.
Maak de oefentoets

H2 Verstand van geld
Maak de oefentoets

Slide 16 - Slide