This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Vraagzinnen kun je op twee manieren vormen.
1 Vragen met het ww 'to be' en hulpwwen.
2 Vragen met do, does of did.
Zie je een vorm van deze wwen in de zin staan?To be of een hulpww?
Hulpwwen: can, could, would, may.
Dan zet je het hulpww vooraan en de rest van de zin blijft hetzelfde.
He is your boss
Is he your boss?
Do/does = t.t.
- I play football -> Do you play football? / Does he play football?
Did + hele ww= v.t.
I played football -> Did you play football