HC 1: de geschiedenis van de EU (intro vak)


Europese integratie



Roberto Alvarez
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


Europese integratie



Roberto Alvarez

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Agenda
  • Hoe zit de OWE 'Europese Integratie/Europa' in elkaar? 
  • Waarom dit vak? 
  • Planning (zie OnderwijsOnline)
  • Kennistentamen (met een transfer onderdeel)
  • Wat is Europa?
  • Wat is de EU?
  • De geschiedenis van de EU
  • Het bestuur van de EU

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesmaterialen
  • Elementaire Deeltjes nr. 7: Europese Unie
  • Internati,onale economische ontwikkelingen en bedrijfsomgeving (H5)
  • LessonUp-presentaties/ Powerpoints
  • Verstrekte documenten in #OO
  • AK: Pater, B. de & L. Paul (2019/2021). Europa een nieuwe geografie. Utrecht: Perspectief Uitgevers
  •   Hoofdstukken 1 t/m 4, 10 en 11.
  • Pater, B. (2009). West Europa, hoofdlijnen van geografie en ruimtelijke planning. Assen, van Gorcum
  •    Hoofdstuk 11 (op Onderwijs Online)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Colleges Europese integratie/Europa
Thuis voorbereiden:  
  • Boek lezen (facultatief)
  • Nieuws bijhouden 
  • Voorbereidingsopdracht maken 

Tijdens bijeenkomst: 
  • Werkvormen voor verwerking en beklijving (structureren/ samenwerkend leren/ visualisering/activerende didactiek)                        → video’s kijken & bespreken 
  • Verbinden aan actuele thema’s (actuele bronnen bespreken/ discussie) 
  • Verbinden aan de lespraktijk  (transfer)

Na bijeenkomst: 
  • Aantekeningen uitwerken/maken bij leerdoelen/LessonUp

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom aandacht voor Europese Integratie?
  • Kerndoel in de onderbouw, Mens &Maatschappij, nr. 45: “De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld.“ 

  • Bij het vak economie in de bovenbouw: economische integratie, de EMU, rol ECB, Europees Parlement, etc.  

  • MBO: in het vak burgerschap 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Toetsing
Transferopdracht (2x huiswerkopdracht → college 1 en 5) telt  voor 25%  mee
(verplicht) (EC)

Kennistentamen (120 minuten)  (AK+EC)
Veldwerk Brussel

Duurzaamheidsdag 18 april (AK)
 
 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Veldwerk Brussel
dinsdag 7 mei Brussel

10.15 uur Europees Parlement, paspoort/ID mee
xx.xx station Nijmegen
Auto?
Let op: Brussel is géén Boekel-noord!!!
dus , langere reistijd in de spits (+1 uur)
Je wordt omver gereden als je niet uitkijkt.
Tassen, jaszakken dicht, portemonnees, telefoons uit zicht.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kennisbasis (LKT)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
HC 1
De student kan:
de criteria van de grenzen van Europa vaststellen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van het boek t.a.v. HC 1
  • H1 + H2 + H8 van het boek als naslagwerk

  • Niet helemaal leren, want dat is te gedetailleerd

  • Ga uit van de leerdoelen en info in deze presentatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Pre-test

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De Eurozone is hetzelfde als de Europese Monetaire Unie
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De euro is de munt van de eurozone.
Kies welke landen samen de eurozone vormen.
A
alle landen in Europa
B
de landen van de Europese Monetaire Unie
C
de landen van de Europese Unie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Landen waar je met de euro kunt betalen zijn lid van de Europese Monetaire Unie (EMU).
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een gemeenschappelijk buitentarief betekent
A
Verschillende invoerrechten bij importeren van producten in de Europese Unie
B
Gelijke invoerrechten bij importeren van producten in de Europese Unie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In de Europese Unie (EU) is er geen vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Fysisch Geografisch: Een continent is een zeer grote landmassa die niet of vrijwel niet met andere landmassa's verbonden is, en die zo groot is dat er plekken zijn waar een landklimaat of overgangsklimaat heerst.[1] Hierbij wordt alleen gelet op land en water, niet op de waterdiepte, onderzeese bergruggen of het continentaal plat. Op aarde bevinden zich, gerangschikt van groot naar klein, de volgende continenten: Eurazië (bestaande uit de werelddelen Azië en Europa), AfrikaNoord-AmerikaZuid-AmerikaAntarctica en Australië. Merk hier op dat Europa in deze context dus geen apart continent is.

Slide 21 - Slide

Sociaal Geografisch: Een werelddeel is een politieke, culturele en historische onderverdeling van de wereld. Binnen de sociale geografie bestaat geen eenduidige definitie, maar de meeste werelddelen zijn zeer grote landmassa's, die politiek gezien tientallen landen en staten kunnen bevatten. Een kleinere landmassa dan een werelddeel is een eiland. Omringende eilanden worden vaak ook tot het werelddeel gerekend. Hier kun je Europa wel als een apart wereldddeel beschouwen. Probleem hierbij is altijd: waar leg je de grenzen van het continent?

Slide 22 - Slide

Fysische grenzen zijn soms moeilijk aan te geven. In het noorden,westen en zuiden is het wel zo’n beetje duidelijk: de Noordelijke Ijszee, de Atlantische Oceaan en de Middellandse zee zijn vrij duidelijke grenzen voor Europa (hoewel: Ijsland? Groenland?).

In het oosten is de zaak wat onduidelijker. Hoe bepaal je de grens van Europa? De Oeral? De Bosporus? De Zwarte Zee? De Kaukasus?

Om grenzen vast te stellen zul je veel meer moeten kijken naar de identiteit van de gebieden. Welke gebieden zijn nog ‘Europees’ en welke niet? Maar hoe bepaal je dat?

Een interessant gegeven binnen het kader van het thema ‘Grenzen en identiteit’ (VMBO)

Slide 23 - Slide

De Pater (2019), blz. 20. Landen kunnen obv statistische gegevens punten scoren.  Beneluxlanden, GB, Denemarken, Frankrijk, Zwitserland en (West)Duitsland scoorden de maximale score van 12.

Hoe verder naar het zuiden en het oosten van Europa, hoe lager de score. Conclusie: een duidelijke oost-west en noord-zuid gradiënt van ‘Europees zijn’.

Let op: dit zijn arbitraire criteria: het criterium ‘ras’ zullen we nu niet meer zo snel gebruiken. Typische ‘Europese waarden’ als solidariteit en de ontwikkeling van de welvaartstaat ontbreken.

Slide 24 - Slide

Taal is een belangrijke culturele indicator. De Pater zegt: Indo-Europese taal is ‘Europees’.

Ook hier weer verscheidenheid. Taal is een belangrijk onderdeel van je identiteit en dus van de vraag of je tot Europa behoort of niet.

Volgens één van de criteria: Europa heeft een indo-Europese taal. Hongarije, Baskenland, Finland, Georgië en Turkije geen Europa?

Armenië en Koerdistan wel? Het zwarte gebied is (volgens één van de vele theorieën het ontstaansgebied van de Indo_Eropese talen, het ‘proto-Europees’.

Slide 25 - Slide

Dit is het verspreidingsgebied van de Indo-Europese talen.

In het blauwe gebied wonen bijna 2 miljard mensen , in de ‘Europese gebieden’ zo’n 700 miljoen. Wat is dan Europees?

De geschiedenis van de EU
Achtergrondslides (18 t/m 24)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Geschiedenis: Ontstaan EU, de lidstaten
Beantwoordt de volgende vragen:
1. Wat was de eerste aanleiding tot Europese samenwerking?
2. Wat hield het Schumanplan in?
3. Waar gaat in de kern het Verdrag van Rome over?
4. Wat wil de EU bereiken?
geschiedenis EU
timer
10:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Geschiedenis: video van 60 jaar historie (incl. Rome)

Video Verdrag van Rome

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

Opmerkelijk, veel ontwikkeling in jaren 50, 60, stilstand in jaren ‘70 en ‘80 (Eurosceptische periode) en boost in jaren ‘90 onder druk van globalisering, behoefte van industrie aan meer open grenzen en vrije markt.

Mijlpalen (geen jaartallen kennen)
1945 Einde WO II
1952 EGKS
1957 Verdrag van Rome (EEG + EURATOM)
1985 Schengen
1986 Europese Akte (interne markt)
1991 Verdrag Maastricht (EU en EG), voornemen EMU))
1999 EMU / 2002 Euro
2009 Verdrag van Lissabon (afgewezen grondwet) / 2016 Brexit referendum

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit het met Schengen?
niet meer
niet meer

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit het met Schengen? (2)
  • 1985
  • 26 landen, waarvan er 22 landen in de EU zitten. *VK?! 
  • Afspraak: geen personencontrole aan de grenzen, vrij reizen. Wél legitimatieplicht in het land.  
 
  • Wel EU, niet Schengen: Bulgarije; Cyprus; Ierland; Kroatië; Roemenië. 
  • Niet EU, wel Schengen: Liechtenstein; IJsland; Noorwegen; Zwitserland.  

Kaart
Huidige situatie & historie

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions