Taal Compleet woorden 1.4

Lezen
Beginnen met vijftien minuten lezen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalISK

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen
Beginnen met vijftien minuten lezen

Slide 1 - Slide

Taal Compleet woorden 1.4 & 1.6

Slide 2 - Slide

Woorden van 1.4 en 1.6
Deze woorden moet je leren voor het dictee. Er zijn nog meer woorden dan deze, vergeet ze niet te leren!

Slide 3 - Slide

familie (1.4)

Slide 4 - Mind map

Maria is de ..... van Lotte.
A
broer
B
zus
C
breor
D
sus

Slide 5 - Quiz

Mijn .... is vier jaar.
A
dokter
B
vader
C
man
D
dochter

Slide 6 - Quiz

Mijn .... is groot.
A
familie
B
famielie
C
vamilie
D
fammilie

Slide 7 - Quiz

ik heet, jij heet, wij ...
A
heet
B
heeten
C
heten
D
hetten

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met het woord "ik".

Slide 9 - Open question

Maak een zin met het woord "jullie".

Slide 10 - Open question

Maak een zin met het woord "hij".

Slide 11 - Open question

Mijn buurman is oud. Hij is 80 jaar.
A
goed geschreven
B
fout geschreven

Slide 12 - Quiz

Ik gaan vandaag naar school.
A
goed geschreven
B
fout geschreven

Slide 13 - Quiz

Mijn vader is bijna jarig.
A
goed geschreven
B
fout geschreven

Slide 14 - Quiz

Mijn buurvrouw heeft een baby. Hij is de moeder.
A
goed geschreven
B
fout geschreven

Slide 15 - Quiz

Klaar met LessonUp!

Slide 16 - Slide

Taal Compleet
Zelfstandig verder met Taal Compleet boek.

Zelfstandig is:
  • op je eigen plek
  • zachtjes vragen aan je buurman/buurvrouw
  • zachtjes vragen aan mevrouw Judith

Slide 17 - Slide