8.1-8.3 rol bloedvatstelsel

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Periode 3
H 4,8,9,10,14

Afweer, zenuwstelsel én spier, bloedsomloop, ademhaling, planten



Slide 2 - Slide

Doelstellingen
8.1 Je kunt uitleggen wat homeostase is, en met voorbeelden uitleggen, waarom homeostase belangrijk is voor een organisme/cel/enzymwerking

8.2 Je kunt uitleggen welke rol het bloedvatselsel vervult in het lichaam, en hoe het samenwerkt met andere orgaanstelsels. Je kunt dit toepassen met bijvoorbeeld sport als voorbeeld.

8.3 Je kunt uitleggen welke bijdrage de verschillende componenten van bloed leveren aan de functies van het bloedvatstelsel.

 

Slide 3 - Slide

homeostase =
constant houden  intern milieu
cel
weefselvloeistof

Slide 4 - Slide

Wat moet allemaal constant blijven in het intern milieu?

Slide 5 - Open question

De rode bloedcel barst open door opname van water. Welke factor uit het interne milieu is onvoldoende constant gehouden?

Slide 6 - Open question

8.2 Rol van het bloedvatselsel
Je kunt uitleggen welke rol het bloedvatselsel vervult in het lichaam, en hoe het samenwerkt met andere orgaanstelsels. Je kunt dit toepassen met bijvoorbeeld sport als voorbeeld.

Slide 7 - Slide

Wat is de rol van het bloedvatenstelsel?

Slide 8 - Open question

8.3 Onderdelen bloed
 Je kunt uitleggen welke bijdrage de verschillende componenten van bloed leveren aan de functies van het bloedvatstelsel.

Slide 9 - Slide

Bloed
- 5 a 6 liter in volwassene

- Vervoert zuurstof en CO2
- Vervoert voedingsstoffen
- Vervoert afvalstoffen
- Warmte
- Bescherming

Slide 10 - Slide

Wat zit er allemaal in het bloed?

Slide 11 - Open question

Ingrediënten
* bloedplasma
* rode bloedcellen
* witte bloedcellen

Bloedplasma:
voedingsstoffen ( glucose, vitaminen) afvalstoffen ( koolstofdioxide )
zitten hierin opgelost

Slide 12 - Slide

Quinten besteld bij domino's en eet een pizza zonder ananas. Dat hoort immers niet op een pizza. Wat zal er met de osmotische waarde van bloedplasma gebeuren?
A
Die neemt door het extra zout toe
B
Die neemt door het extra zout af
C
Die neemt door de vermindering van zout toe
D
Die neemt door de vermindering van zout af

Slide 13 - Quiz

Rode bloedcellen
Bevat hemoglobine = een rode kleurstof.

Hemoglobine bevat ijzer, hier bindt zuurstof aan.

Wordt gemaakt in je beenmerg (in je botten)

Bevat als enige cel in het lichaam geen celkern


Slide 14 - Slide

Witte bloedcel
Zorgt voor bescherming

Is je afweer en ruimen lichaamsvreemde stoffen op (H10)

Wordt gemaakt in je beenmerg

Slide 15 - Slide

Bloedplaatjes
Spelen een hele belangrijke rol bij het bloedstolling. 

Zijn delen van uiteengevallen cellen


Slide 16 - Slide

Bij bloedonderzoek van een zwangere vrouw wordt het hemoglobinegehalte bepaald.
Naar welke bloeddeeltjes wordt hier onderzoek gedaan?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 17 - Quiz

Het gehalte aan cholesterol in het bloed kan een rol spelen bij het ontstaan van vernauwing in bloedvaten. Cholesterol is een bepaald type vet. Cholesteroldeeltjes kunnen in de wand van bloedvaten terechtkomen. Bepaalde bloeddeeltjes nemen dit cholesterol in zich op.

Hoe heten deze bloeddeeltjes?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 18 - Quiz

Bij leukemie (bloedkanker) werkt een deel van de witte bloedcellen van je eigen lichaam niet meer goed. Het zijn kankercellen geworden die hun taak niet meer kunnen uitvoeren.

Wat voor soort transplantatie heeft een leukemiepatiënt vaak nodig om te genezen?
A
Bloed transplantatie
B
Beenmerg transplantatie
C
Witte bloedcellen transplantatie
D
Dat is niet te genezen

Slide 19 - Quiz

Tabaksrook bevat onder andere koolstofmono-oxide, ook wel bekend als kolendamp. Een roker krijgt elke keer als hij een sigaret rookt een kleine hoeveelheid kolendamp binnen. Het blijkt dat koolstofmono-oxide in het bloed op de plaats gaat zitten waar normaal zuurstof gebonden wordt. Het koolstofmono-oxide gaat niet gemakkelijk van die plaats af.

Welk deel van het bloed van een roker bindt of welke delen binden koolstofmono-oxide?

Slide 20 - Open question

Naomi is gek op avocado's. Deze vruchten bevatten o.a. kalium en onverzadigde vetten. Kalium hebben een gunstig effect op de bloeddruk. De bloeddruk is de druk die bloed uitoefent op de binnenkant van een bloedvat. Onverzadigde vetten beïnvloeden de wanden van de bloedvaten en kalium-ionen bevorderen de uitscheiding van natrium-ionen door de nieren. Na het eten van voedingsmiddelen met veel natrium-ionen stijgt de bloeddruk. Doordat vervolgens vaatverwijding optreedt zal de bloedruk weer dalen. Leg uit hoe een verhoogde inname van natrium-ionen eerst leidt tot een hogere bloeddruk en verklaar daarna hoe vaatverwijdering de bloeddruk laat dalen (T2, 3p)

Slide 21 - Open question

huiswerk
Opdrachten van 8.3

Klaar? Begin met je samenvatting van 8.1, 8.2 en 8.3

Slide 22 - Slide