Klinisch redeneren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Klinisch redeneren voor MVP beroepsbekwaam

 

LWP13157

Les 1  21/11/'24

MVP21

Wat is de opdracht deze LWP?

Je legt een portfolio aan met daarin:

• Een uitgewerkte casus 
• Een artikel -> passend bij de casus
• Een reflectie volgens Korthagen
  
• Een ingevuld beoordelingsformulier van een medestudent ( m.b.t. tot jouw portfolio

Vandaag

• Theorie Klinisch redeneren -> opfrissen
• Pluis/niet pluis gevoel
• Planning maken
• Bolletje 1 en 2 invullen

Klinisch redeneren

Lesdoelen

• De student benoemt de 6 stappen van het  klinisch redeneren.
• De student benoemt het belang van klinisch redeneren in relatie tot de werkpraktijk
• De student legt de stappen van het klinisch redeneren uit
• De student past de stappen van het klinisch redeneren toe in een casus
• De student kan benoemen wat een pluis en niet-pluis gevoel is

Klinisch redeneren

een vaardigheid om eigen observaties en interpretaties aan medische kennis te koppelen om zodoende te beredeneren welke volgende stappen je moet nemen in het verpleegkundig handelen (Jungen, 2007)

Waarom is klinisch redeneren zo belangrijk?

Klinisch redeneren 

- Doe je continue als verpleegkundige 

- Theorie koppelen aan praktijk

- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Klinisch redeneren is een pad dat je bewandelt. Je hebt een probleem aan het begin van dat pad. Je wandelt naar het eind met als doel het oplossen van het probleem. Met de stappen die je neemt sta je stil en denk je na over het probleem en de mogelijkheden (aan de hand van het stappenplan van Bakker). Aan het eind van dat pad staat een bankje, daar ga je op zitten en nadenken of je het allemaal wel goed hebt gedaan ( nabeschouwing; stap 6 van Bakker)

Tijdens de stappen die je doet, zijn er veel kanten die je op kunt gaan. Die moet je bij iedere stap voldoende uitdiepen om te zorgen dat alle mogelijkheden zijn overdacht. Dit om te voorkomen dat je een verkeerde afslag neemt, die schadelijke gevolgen kan hebben voor de patiënt.

De medische en verpleegkundige diagnose moet worden gesteld. Wat is nou eigenlijk het probleem??

Nadat duidelijk is geworden wat het probleem is en de medische en verpleegkundige diagnose is gesteld, kun je kiezen voor de juiste afslag en de daarbij behorende interventies nemen.

Stappen & redeneerhulpmiddelen

Stap 1: oriënteren op situatie (bijv. SBAR/MEWS/ABCDE)

Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen (Omaha/gordon)

Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)

Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)

Stap 5: verloop monitoren (SOAP)

Stap 6: reflectie (STARRT)

Stap 1. 

Orientatie op de situatie

Opdracht stap 1

• Wat houdt stap 1 in?
• Welke redeneermiddelen kun je gebruiken?
• Wat is de SBAR, MEWS en ABCD methodiek?

Stap 2. 

Mogelijke problemen in kaart brengen

Opdracht stap 2

• Wat houdt stap 2 in?
• Welke classificatiesystemen kunnen er worden gebruikt in stap 2?
• Wat is een hypothese?
• Geef 4 voorbeelden van een hypothese

*onderzoek wat er precies aan de hand is,

lichamelijk/psychosociaal/gevolgen ADL

*SBARR methode

Stap 3.

Aanvullende onderzoeken en observaties

Opdracht stap 3

• Wat houdt stap 3 in?
• Welke aanvullende onderzoeken kun je uitvoeren?
• Welke observatielijsten gebruik jij in de praktijk? Geef 4 voorbeelden

Anamnese/LO/Lab/beeldend onderzoek/fysiologisch onderzoek

Stap 4.

Verpleegkundig beleid bepalen

Opdracht stap 4

• Wat houdt stap 4 in?
• Beschrijf 'verpleegkundig beleid'.
• Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruiken bij stap 4?

*welke interventies gaan we verrichten?

*Arts is verantwoordelijk, maar vpk denkt actief mee

*denk aan de PES

Stap 5.

Het verloop monitoren

• Wat houdt stap 5 in?
•  Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruikten bij stap 5?
• Gebruik je stap 5 al wel eens in de praktijk?

*Complicaties en ongewenste effecten van het beleid.

*SOAP

Stap 6.

Reflectie

• Wat houdt stap 6 in?
• Waarom is dit een hele belangrijke stap?
• Welke reflectie hulpmiddelen kunt gebruiken? 

*mogelijkheden:

Reflecteren

intervisie op zorg

ethisch beraad

Pluis/niet-pluis

Wie luistert naar een pluis/niet-pluis gevoel tijdens stage?

Wat doe je als je naar dat gevoel luistert?

Niet pluisgevoel

Casus:

Dhr van de Wal, 61 jaar, toenemend benauwd.

4 dg geleden na inbrengen van CVL gestart met cytostaticakuur i.v.m. AML (acute myeloïde leukemie), vastgesteld na cristabiopt. Tijdens de kuur erg misselijk. Bekend met astma waarvoor pufjes.

Helder en alert, AH: 33 p/min, SpO2 99 %, bleek en klam, RR: 137/84 mm Hg, P 109 p/min temp 39.2, overig diarree

Werk de casus uit

-hierna klassikaal nabespreken.

Zelfstandig aan de slag

Maak nu je eigen casus

Zie LWP-brief