This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Behandelen §17.4
oefenen met de stof
Wat gaan we doen vandaag?
Slide 1 - Slide
Na deze les kun je de volgende uitleggen en in de juiste context gebruiken:
urban mining en het recyclen van batterijen.
de levensloop van batterijen.
Wat weet je na deze les
Slide 2 - Slide
Wat is het verschil tussen brandstofcel, redox-flow en E.C.-cel?
Slide 3 - Open question
critical raw materials
We hebben een uitdaging:
Er zijn veel elementen materialen, waarvoor met de huidige productiemethoden geen goede vervangers zijn
Toch gebruiken we er heel veel van, vnl in producten als smartphones
Slide 4 - Slide
dit geldt ook voor andere
critical raw materials
Urban mining
1 ton mobiel
250 gram goud
1 ton aarde uit mijn
2-3 gram goud
Slide 5 - Slide
Complex en duur:
verzamelen
vervoeren
verwerken van verschillende stoffen
Recycling
Slide 6 - Slide
Bij het recyclen win je zoveel mogelijk stoffen terug om ze opnieuw te gebruiken. Batterijen recyclen past in een duurzaam gebruik van energie en grondstoffen.
De recyclingmethode hangt af van de inhoud van de batterij.
Een cradle to cradle analyse van een batterij wijst de plekken in het ‘leven’ van een batterij aan waar winst op het gebeid van duurzaamheid is te behalen.
Samenvattend
Slide 7 - Slide
Hoe goed snap jij nu deze stof over accu's en batterijen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 8 - Poll
Welke vraag heb jij nog over deze stof?
Slide 9 - Open question
Oefenen met een CE opgave
Slide 10 - Slide
Geef de naam van een stof die in de nikkel-metaalhydride batterij als elektrolyt kan worden gebruikt.
Slide 11 - Open question
Een juist antwoord is de naam van een goed of matig oplosbaar hydroxide, bijvoorbeeld:
kaliumhydroxide
natriumhydroxide
calciumhydroxide
bariumhydroxide
Opmerking
Wanneer als antwoord kaliloog of natronloog of kalkwater of barietwater is genoemd, dit goed rekenen.
Antwoord
Slide 12 - Slide
Nikkel-metaalhydride batterijen zijn oplaadbaar. Leg uit, aan de hand van de reacties die tijdens het opladen optreden, dat deze batterij oplaadbaar is.
Slide 13 - Open question
Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
Wanneer de batterij wordt opgeladen, treden de omgekeerde reacties op aan de elektroden. Voor (de omgekeerde) halfreactie 1 is de benodigde beginstof Ni(OH)2 op de juiste plaats aanwezig en ontstaat het reactieproduct NiO(OH) op zijn oorspronkelijke plaats. De waterstof die ontstaat bij (de omgekeerde) halfreactie 2 wordt weer in de metaallegering M gebonden.
Wanneer de batterij wordt opgeladen, treden de omgekeerde reacties op. De deeltjes die daarvoor nodig zijn, zijn bij de elektroden aanwezig en de reactieproducten die hierbij ontstaan, ontstaan op hun oorspronkelijke plaats.
bij het opladen treden de omgekeerde reacties op
rest van de uitleg
Antwoord
Slide 14 - Slide
Oefenen met een CE opgave
Slide 15 - Slide
In een juist antwoord moeten aspecten aan de orde komen uit de gehele levensloop van de batterijen, vanaf de productie van de materialen waaruit de batterij is opgebouwd tot en met het moment dat de batterij is uitgewerkt. Daarbij moet ook het begrip ‘duurzaam’ zijn geconcretiseerd.
Voorbeelden van juiste voorwaarden zijn:
Zwaveldioxide dat bij verwerking van de ertsen ontstaat, mag niet (als zodanig) in het milieu terechtkomen.
Afval dat bij de fabricage van de batterijen ontstaat, moet (zoveel mogelijk) kunnen worden hergebruikt.
Het opladen moet met ‘groene stroom’ gebeuren. / Bij het opladen mag geen stroom worden gebruikt die met fossiele brandstoffen is opgewekt.
Aan het eind van hun levensduur moeten de batterijen kunnen worden gerecycled.
Antwoord
Slide 16 - Slide
Bij de bereiding van drinkwater gaat men vaak uit van grondwater. In grondwater komen Fe2+ -ionen voor. In drinkwater is het gehalte aan ionen Fe2+ -ionen van belang. Voordat het grondwater geschikt is voor consumptie moet het gehalte aan ionen Fe2+ -ionen worden verlaagd. Dit gebeurt door het grondwater te beluchten.
Een bepaald drinkwaterbedrijf produceert per jaar 1,2·107 m3 drinkwater. Bij dit drinkwaterbedrijf wordt tijdens de beluchting het gehalte aan ionen Fe2+ in het water teruggebracht van 250 mg/m3 tot 20 mg/m3. Het gevormde ijzer(III)oxide wordt door zandfiltratie uit het water verwijderd.
Bereken hoeveel kg ijzer(III)oxide, Fe2O3(s), per jaar bij dit drinkwaterbedrijf op de zandfilters achter blijft.
Rekenen met redox
Slide 17 - Slide
Massa Fe2+ die per jaar wordt verwijderd = (250 mg – 20 mg)/m3 x 1,2·107 m3 = 2,76·109 mg = 2,76·103 kg.
2,76·103 kg Fe2+ → 2,76·103 kg / 55,847 kg/kmol = 49,42 kmol
molverhouding: 1 kmol Fe2+ ⩠ ½ kmol Fe2O3
49,42 kmol Fe2+ ⩠ ½ x 49,42 kmol = 24,71 kmol Fe2O3