Tot nu toe was de jij-persoon voortdurend het onderwerp van de zin. Daarnaast zong ze over wat de jij-persoon met haar doet.
"Je kust me, je sust me, omhelst me, gerust me, je vangt me, verlangt me, oneindig ontvangt me, je roept me, je hoort me, je redt en verstoort me, gelooft me, berooft me, verstikt en verdooft me ..."
Nu verandert dat perspectief! Luister goed!