A2a 19 mei 2020 7.2

Les
1. Planning
2. Werken met Edition
3. Start 7.2
3. Afsluiting
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les
1. Planning
2. Werken met Edition
3. Start 7.2
3. Afsluiting

Slide 1 - Slide

Planning A2a
- dinsdag 19 mei: live les 09.15u + HW = 7.2 (5 t/m 8)/ atlas
donderdag 28 mei: live les + HW = 7.3 (1 t/m 4)

Slide 2 - Slide

Werkwijze Aardrijkskunde
1. Actieve deelname live lessen
2. Huiswerk maken in edition
3. Je mag zelf je huiswerk indelen over de hele week
! Mail als je huiswerk niet af is of je niet deelneemt aan de les

Slide 3 - Slide

Waar ben je al geweest na 11 mei (kapper, fysio, tandarts, training...)

Slide 4 - Open question

Hoe wil jij het hoofdstuk afsluiten en toetsen?
A
online toets
B
opdracht zoals bij H5
C
online open boek toets
D
overig

Slide 5 - Quiz

Welke dingen heb je gedaan bij andere vakken die je erg handig vond?

Slide 6 - Open question

Huiswerk 7.2
- Als je het huiswerk niet gemaakt hebt, maak je het alsnog + mail

Slide 7 - Slide

Huiswerk 7.2
De meeste leerlingen kijken te streng na
Meestal moet je gewoon beter de vragen lezen

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 7.2
1. Welke luchtsoorten voorkomen in de VS?
2. Hoe werkt de wet van Buys Ballot
3. Waar extreem weer voorkomt in de VS en waarom daar?

Slide 9 - Slide

Luchtdruk
Hogedrukgebied:
1. gebied met teveel aan lucht
2. dalende lucht -> onbewolkt, zonnig weer.

Lagedrukgebied:
1. gebied met tekort aan lucht
2. opstijgende lucht -> bewolkt en regenachtig weer.

Slide 10 - Slide

Wet van Buys Ballot

1. Lucht stroomt altijd van plekken met hoge druk naar plekken met lage druk


2. Met een afwijking naar rechts op het NH en naar links op het ZH.

Slide 11 - Slide

Zijaanzicht luchtdruk 

Slide 12 - Slide

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Dalende lucht
Stijgende lucht
Droog

Slide 13 - Drag question

Extreem weer
1. Orkaan/ hurricane/ taifoen
2. Tornado
3. Modderstroom

Slide 14 - Slide

Wat is een orkaan?
  • zware tropische storm
  • windkracht > 12 Bft = tot 250 km\u
  • Amerikaanse naam = hurricane


Slide 15 - Slide

Hoe ontstaat een orkaan?
  • boven warm zeewater: 26,5°C
  • zeewater verdampt
  • warme lucht stijgt op
  • koelt af -> condensatie -> regen
  • nieuwe warme lucht wordt aangezogen
  • lucht gaat draaien -> linksom!
  • duur: 5-10 dagen
  • wind neemt boven land af.

Slide 16 - Slide

Wind draait tegen de klok in, linksom
500-1500 km groot 
Lagedrukgebied
Oog van de orkaan: windstil en de luchtdruk is het laagst.
Vlakbij het oog: hardste wind en meeste regen.
Een orkaan ontstaat altijd boven zee als het water tenminste 26,5°C is.

Slide 17 - Slide

Waar en wanneer ontstaan orkanen?

  • boven warm zeewater
  • tussen 5 en 20° NB\ZB
  • tropische lagedrukgordel (L) botst tegen passaatwind uit subtropen (H)
  • eind van de zomer, dan is zeewater opgewarmd
  • in de VS: aug - sept - okt

Slide 18 - Slide

Het orkaangebied

Slide 19 - Slide

Tornado + hoe ontstaat een tornado?
  • wervelwind
  • botsing zeer warme met koude lucht
  • hete lucht stijgt snel op
  • aan de grond een L -> lucht stroomt hier naartoe (H naar L) -> lucht gaat draaien
  • onweer!
  • harde regen, hagel
  • slurf raakt grond en neemt alles mee

Slide 20 - Slide

Verschil orkaan en tornado
Orkaan                                     Tornado
- boven zee                               - boven land
- doorsnede: 500-1500 km.         - doorsnede max 1 km
- duur: 5-10 dagen                     - duur: ong. 10 minuten
- oog: groot                               - oog: klein
- zuid-oosten VS                         - Midden VS(tornado alley)
- goed te voorspellen                  - moeilijk te voorspellen   

Slide 21 - Slide

Orkaan
Tornado

Buys Ballot
Rocky Mountains
Appalachen

Slide 22 - Drag question

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.
1

2

3

4
Doordat de aarde draait, begint ook de vochtige lucht te draaien.
Orkanen ontstaan rond de evenaar. Het zeewater is moet minstens 26°C zijn.
Water verdampt. De lucht is koud. Waterdamp condenseert, er ontstaan zware buien.
Zolang de orkaan boven zee is blijft deze groeien. Eenmaal aan land neemt de kracht af.

Slide 23 - Drag question

Orkaan              Tornado 
50 meter
30-50km
Boven land
Boven zee
Zuiden en zuidoosten
Midden

Slide 24 - Drag question

Leerdoelen 7.2
1. Welke luchtsoorten voorkomen in de VS?
2. Hoe werkt de wet van Buys Ballot
3. Waar extreem weer voorkomt in de VS en waarom daar?

Slide 25 - Slide

Planning A2a
- dinsdag 19 mei: live les 09.15u + HW = 7.2 (5 t/m 8)/ atlas
donderdag 28 mei: live les + HW = 7.3 (1 t/m 4)

Slide 26 - Slide