This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vandaag:
Terugblik paragraaf 2.2
Theorie doornemen paragraaf 2.3
Slide 1 - Slide
We hebben het gehad over gletsjers. Wat was ook alweer 'Firn'?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
V-DAL
U-DAL
Uitgeslepen door een rivier
Uitgehold door een gletsjer
Slide 4 - Drag question
De bovenloop van de Rijn
Hoge stroomsnelheid -> rivier met steentjes/puin snijdt een diep V-dal in. Dit noem je erosie.
In de bovenloop dus veel erosie.
Slide 5 - Slide
de rivier de Rijn
Begint in de Zwitserse alpen.
Mondt uit in de Noordzee.
de Rijn is een gemengde rivier: bestaat uit smeltwater en neerslag.
Slide 6 - Slide
De Boven-Rijnse Laagvlakte
Laagvlakte ontstaan door een stuk aardkorst dat naar beneden zakte = slenk. Aan beide kanten van een slenk liggen horsten (minder naar beneden gezakt).
Slide 7 - Slide
De Boven-Rijnse laagvlakte
Stroomsnelheid langzamer > minder erosie.
Breed dal + rivier maakte grote bochten (meanders).
Sedimentatie = neerleggen van materiaal.
We maken een tekening ------>
Slide 8 - Slide
Het hoefijzermeer
Slide 9 - Slide
De middenloop van de Rijn
De Rijn baant zich een weg door gebergten.
Belangrijke handelsroutes > grote kastelen te vinden.
'Romantische Rijn'.
Slide 10 - Slide
De benedenloop van de Rijn
Weinig hoogteverschillen > trage stroomsnelheid.
Veel sedimentatie.
Eerste vertakkingen beginnen + meanders.
Slide 11 - Slide
Wat is nog meer interessant?
Verhang = hoogteverschil per kilometer.
Delta = vlak voor de monding, waar de rivier zich ruim vertakt.