Quiz leesvaardigheid

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je welke stof je kent en waar je nog aandacht aan moet besteden.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je welke stof je kent en waar je nog aandacht aan moet besteden.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Je wilt weten of de tekst geschikt is voor jouw doel.
A
intensief lezen
B
verkennend lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 3 - Quiz

Je wilt antwoord vinden op je vragen.
A
intensief lezen
B
verkennend lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 4 - Quiz

Je bepaalt wat de hoofdgedachte van een tekst is.
A
intensief lezen
B
verkennend lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 5 - Quiz

Wat is het onderwerp van dit boek?

Schrijf op je blaadje.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Noem drie kenmerken van een hoofdgedachte.
timer
1:00

Slide 7 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? 


timer
1:00

Slide 8 - Slide

Noem minstens drie punten die in een samenvatting staan.
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Leg het verschil uit tussen hoofd- en bijzaken.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Op welke manieren kun je het magazine bereiken? Schrijf op je blaadje.
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen een advertentie en personeelsadvertentie?
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Noem een overeenkomst van een advertentie en personeelsadvertentie.

Slide 13 - Open question

Wat is het doel van deze advertentie? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open question

Wat is het doel van deze advertentie? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open question

Dit zijn foto's bij een nieuwsbericht. Waar denk je dat dit nieuwsbericht over gaat?

Slide 16 - Open question

Wat is de indeling bij een nieuwsbericht?

Slide 17 - Open question

Aanleiding.
Wat is de aanleiding voor de tekst betekent .....
A
Het begin van de tekst.
B
Wie heeft de tekst geschreven?
C
Hoe je de tekst moet lezen.
D
Waardoor wilde de schrijver de tekst schrijven?

Slide 18 - Quiz

Wat zou een aanleiding voor het schrijven van een tekst kunnen zijn? Noem er drie.

Slide 19 - Open question

Wat was het tekstdoel van jouw review?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 20 - Quiz

Wat is een review?
A
kritische bespreking van een film of boek.
B
Een korte recensie over een restaurant of een product.
C
Harde waarheid over een product.
D
Alleen maar sterren geven.

Slide 21 - Quiz

Een review vind ik in/op....?
A
Krant
B
Internet
C
TV
D
Tijdschrift

Slide 22 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 23 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?
A
en
B
ook
C
daarna

Slide 24 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 25 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 26 - Quiz

'Maar' is een signaalwoord. Bij welk verband hoort dit signaalwoord?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming

Slide 27 - Quiz

Wat is een recensie? Welke kenmerken heeft een recensie?

Slide 28 - Open question

Wat vind je van deze start van deze recensie?

Slide 29 - Open question

Objectief
Subjectief
Filmrecensie
Nieuwsbericht
Comments op social media
Gebruiksaanwijzing van de tv
Schoolboek

Slide 30 - Drag question