- olw, blw (onbepaald lidwoord + bepaald lidwoord)
- zn (zelfstandig nw)
- bn (bijvoeglijk nw)
- hww, zww, kww (hulp-, zelfstandig- en koppelwerkwoord)
- vz (voorzetsel)
- psv, bzv, av, vrv, (persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend en vragend vnw)
- bw (bijwoord)
- htw, rtw (hoofd- of rangtelwoord)
- ov, nv (onderschikkend en nevenschikkend voegwoord)