Lezen en luisteren les 4

Lezen en luisteren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen en luisteren

Slide 1 - Slide

Programma
- Herhaling
- Theorie
- Aan de slag in de methode

Slide 2 - Slide

Overzicht theorie
- Tekstdoelen en tekstsoorten en tekstvormen
- Onderwerp en hoofdgedachte
- Functies inleiding, kern en slot
- Tekststructuren

Slide 3 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=lpKEgVdaqrE 

Wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte van dit filmpje?

Slide 4 - Slide

Wat is het onderwerp?

Slide 5 - Open question

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 6 - Open question

signaalwoorden

Slide 7 - Slide

Ik ben naar de stad geweest. Ik heb een trui gekocht. Ik heb een broek gekocht. Ik heb schoenen gekocht.

Ik ben naar de stad geweest. Ik heb een trui gekocht. Ook heb ik een broek gekocht. Verder heb ik nog schoenen gekocht. 

Slide 8 - Slide

Een aantal tekstverbanden + signaalwoorden
Tegenstelling: maar, hoewel, toch, daarentegen
Vergelijking: evenals, zo
Oorzaak/gevolg: daardoor, doordat, het gevolg is, vanwege
Doel-middel: door middel van, om, zodat, daarvoor
Reden of verklaring: want, omdat, daarom, hierom
Voorwaarde: als, indien, mits, tenzij
Samenvatting/conclusie: kortom, dus, al met al

Slide 9 - Slide

Opsomming: en, ook, nog, bovendien, verder, tevens, ten eerste, ten tweede, ten slotte, vervolgens

In de theorie staat een tabel met nog meer tekstverbanden en signaalwoorden. Bekijk dit tabel goed en probeer zoveel mogelijk tekstverbanden/signaalwoorden uit je hoofd te leren!

Slide 10 - Slide

Tijd
(volgorde in tijd)
Opsomming
(meerdere zaken benoemen)
Argumentatie
(een reden of conclusie geven)
voorbeeld/
toelichting
(voorbeeld of uitleg geven)
Dus
aangezien
ook
onder andere
verder
bovendien
nadat
namelijk
daarom
Zoals

Slide 11 - Drag question

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Als jij mijn tas inpakt, koop ik onderweg iets lekkers voor je.
A
Volgorde van tijd
B
Opsomming
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld

Slide 12 - Quiz

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Voorbeeld

Slide 13 - Quiz

Feiten en meningen
Feit --> Is iets wat waar of niet waar is. Het is altijd controleerbaar en bewijsbaar.

Mening --> Geeft aan wat iemand ergens persoonlijk van vindt. Het staat niet vast en je kunt het onderbouwen met argumenten.  

Slide 14 - Slide

Argumenten
Een argument is een verdediging of uitleg bij jouw mening of standpunt. 


Slide 15 - Slide

Deze telefoon  kan je het beste bij Tele2 kopen, want daar is hij volgens IphoneDeals het goedkoopst.

Slide 16 - Slide

Verwijswoorden
Een verwijswoord is een woord dat naar een ander woord, een woordgroep of een hele zin verwijst

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Wat?
Taal Integraal
Beroepsgericht lezen en luisteren (Infographic Peilstationsonderzoek Scholieren 2019)

Volgende week --> Gezamenlijke oefentekst + zelfstandig een oefentoets maken

Slide 18 - Slide