MAVO 2 - Afkortingen

Spelling
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Praktische zaken
  • Vaste opstelling
  • Camera
  • Boekverslag 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lezen

Slide 4 - Slide

Doelen
Doel: Wij herhalen de samengestelde woorden.

Doel 2: Je leert wat afkortingen zijn en hoe je ze moet spellen.

Slide 5 - Slide

Wat weten jullie nog?

Slide 6 - Slide

Kies de juiste samenstelling
Maan+schijn
A
maanenschijn
B
manenschijn
C
maneschijn
D
maaneschijn

Slide 7 - Quiz

Schrijf de samenstelling
landing+baan

Slide 8 - Open question

Schrijf de samenstelling
kind+fiets

Slide 9 - Open question

Waarom schrijf ik een koppelteken (-) bij het woord auto-onderdelen?

Slide 10 - Open question

Wanneer schrijf je een tussen-s?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Link

Afkortingen
  • Met kleine letters:
    - vmbo

    BEHALVE namen:
    - NS
    - VVD


Slide 13 - Slide

Afkortingen
  • Geen punten
    NS (en-es)
    - wc (wee-cee)

  • Wel punten
    - enz. (enzovoort)
    - a.s. (aanstaande)


Slide 14 - Slide

Afkortingen
  • Streepje (-) tussen afkorting en woord
    - vmbo-school

  • (Maat)eenheden, chemische elementen, muziektermen
    - cm (centimeter)
    - GB (gigabyte)


Slide 15 - Slide

Opdracht
HOE? Schrijf met jouw buurman of -vrouw zoveel mogelijk afkortingen op die jullie gebruiken OF kennen.




timer
1:00

Slide 16 - Slide

Opdracht
HOE? Bladzijde 112 en 113 uit het boek. Opdrachten 1 t/m 6 

HULP? Je mag de opdrachten/lesstof bespreken met jouw buurman of -vrouw.

TIJD?

KLAAR? Maak opdrachten 8 en 10. 

Slide 17 - Slide

Nakijken

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wanneer schrijf je afkortingen met een hoofdletter?

Slide 21 - Open question

Wanneer gebruik je geen punten in een afkorting?

Slide 22 - Open question

Kies de juiste afkorting van personal computer
A
PC
B
P.C.
C
p.c.
D
pc

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste afkorting van Europese Unie
A
EU
B
E.U.
C
e.u.
D
eu

Slide 24 - Quiz

Maken thuis
HOE? Spark (Studyflow)

WAT? Spark S4.1 en S4.2

Slide 25 - Slide