This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Huiswerk voor vandaag:
Bestudeer: blz. 205 en 206
Maak: blz. 207 t/m 209: opdr. 4 t/m 6
Slide 1 - Slide
Waar gaat de VT over?
Blz. 192 t/m 209
De VT is op donderdag 21 januari
Slide 2 - Slide
Wat kun je verwachten?
Theorie- en toepassingsvragen
Slide 3 - Slide
Bijvoorbeeld
Je herkent signaalwoorden
Je herkent feitelijke en waarderende argumenten
Je weet wat een weerlegging is
Je herkent de argumentatiestructuur
Je kent de argumentatieschema's
Slide 4 - Slide
Wat lijkt je moeilijk bij de toets Argumenteren?
Slide 5 - Open question
Heb je de groene kolommen van blz. 192 t/m 209 al een keer doorgelezen?
Slide 6 - Open question
'Mijns inziens' is een signaal dat een... aangeeft.
A
mening
B
argument
Slide 7 - Quiz
Als een argument een uitspraak is waarover je van mening kunt verschillen, is er sprake van een... argument.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 8 - Quiz
Als een uitspraak een reactie is op het argument, dan is het een ...?
A
tegenargument
B
weerlegging
Slide 9 - Quiz
Dit is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 10 - Quiz
De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 11 - Quiz
Blz. 205/206: argumentatie op basis van:
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit
Slide 12 - Slide
Blz. 207, opdr. 4 Welk standpunt heb je genoteerd?
Slide 13 - Open question
Welk argument heb je genoteerd?
Slide 14 - Open question
Het woord 'zo'
geeft aan dat het een argumentatie op basis van voorbeelden is, dus antwoord D
Slide 15 - Slide
Standpunt en argumenten uit alinea 2:
3 Standpunt: Het is onzin om te zeggen dat de keuze altijd aan de oudere zelf blijft.
Argument: In ons zorgsysteem kunnen patiënten nooit een behandeling afdwingen als die vanuit het oordeel van de arts medisch zinloos is.
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap A
Slide 16 - Slide
Standpunt en argumenten uit alinea 3:
Standpunt: Gelukkig komt het in dit opzicht vrijwel nooit tot een conflict.
Argument: (doordat) artsen en verpleegkundigen hebben geleerd hierover met patiënten in gesprek te gaan.
Slide 17 - Slide
Welk argumentatieschema heb je gekozen bij opdracht 5?
Slide 18 - Open question
Antwoorden opdracht 5:
1 Standpunt: Liegen is bij kinderen een ‘teken van intelligentie’.
Argument: (want) kinderen die bij een experiment zeiden dat ze iets niet gedaan hadden terwijl ze het wel hadden gedaan, scoorden hoger op een intelligentietest dan de kinderen die de waarheid hadden gesproken.
2 B kenmerken
Slide 19 - Slide
Waar denk je aan als je het signaalwoord 'doordat' ziet?
Oorzaak en gevolg
Dus het antwoord op vraag 6 is:
B: argumentatieschema op basis van oorzaak/gevolg
Slide 20 - Slide
Het standpunt van opdracht 6 is: Voor je rust moet je niet naar de Tobago Cays gaan. Welk argumentatieschema heb je gekozen?
Slide 21 - Open question
D: voorbeelden
Argument: alinea 2 en 3
Toen we voor anker gingen in de lagune van Horseshoe Reef, waren we niet alleen. Zeker honderd zeiljachten omringden ons, parlevinkers stoven heen en weer, boven ons cirkelden vliegtuigjes en uit hun krachten gegroeide catamarans met dagjesmensen voeren af en aan.
Een enorm cruiseschip verscheen en zette landingsvaartuigen uit die een invasie op het strand uitvoerden, waar bewoners van het nabijgelegen eiland T-shirts en posters verkochten. Spaans sprekende mannen in Caraïbische pakjes, ongetwijfeld goedkope Mexicaanse arbeiders van de cruisemaatschappij, brachten een barbecue in gereedheid.
Slide 22 - Slide
Bekijk en maak morgen de online les. Heb je nog vragen, noteer ze dan hier of blijf nog even hangen.