Oefenvragen tentamen 3 deel 3

4 HAVO: Ecologie en milieu
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4 HAVO: Ecologie en milieu

Slide 1 - Slide

Lees de afbeedling.
Waarom worden in de Biobag anaerobe en geen aerobe bacteriën gebruikt?
A
Alleen anaerobe bacteriën zorgen voor de juiste mineralen bij bemesting.
B
Anaerobe bacteriën gebruiken minder zuurstof dan aerobe bacteriën.
C
Anaerobe bacteriën leveren dissimilatieproducten die meer energie bevatten dan die van aerobe bacteriën.
D
Anaerobe bacteriën produceren in korte tijd meer biomassa dan aerobe bacteriën.

Slide 2 - Quiz

De tropische regenwouden in Guatemala zijn economisch belangrijk als toeristische trekpleister. Ook vanuit ecologisch oogpunt is het belangrijk dat deze wouden behouden blijven.
Welke van de volgende uitspraken geeft dit ecologisch belang juist weer?
Als de omvang van de regenwouden kleiner wordt,
A
daalt het CO2-gehalte in de atmosfeer.
B
neemt de biodiversiteit af.
C
treedt in het resterende deel van de bossen minder snel successie op.
D
wordt de stikstofkringloop gesloten.

Slide 3 - Quiz

Na het omzetten van het organisch afval door de bacteriën bevat het restproduct voornamelijk ammonium. In de bodem wordt ammonium omgezet in nitriet en nitraat.
Waardoor ontstaat er in de Biobag ammonium en geen nitriet of nitraat?

Slide 4 - Open question

De Biobag kan gevuld worden met zeer verschillend organisch afval: mest, stro, gras en zelfs slachtafval of kadavers. De leerlingen die de Biobag onderzochten, ontdekten dat een te lage koolstof/stikstof (C/N) verhouding de productie van biogas remt. Zonder stikstof werkte de Biobag niet. De leerlingen kwamen uit op een optimale verhouding tussen C en N van 30:1.
Welk van de volgende producten moet aan de Biobag worden toegevoegd als er verhoudingsgewijs te veel stikstof aanwezig is?
A
kadavers
B
slachtafval
C
stro
D
urine

Slide 5 - Quiz

Natuurbeschermers zijn enthousiast over het plan van Julika, Emily en Marleen. Het gebruik van de Biobag vermindert om meerdere redenen het kappen van regenwouden door de Indiaanse bevolking. Eén reden is de verminderde vraag naar brandhout.
Noteer een andere reden.

Slide 6 - Open question

5 HAVO

Slide 7 - Slide

In de nieren worden verschillende stoffen uit het bloed verwijderd en met de urine uitgescheiden. Hiernaast wordt onder andere een nier weergegeven.
Welke letter geeft een plaats aan waar urine stroomt?
P is een slagader
Q is een ader
R is de urineleider, die brengt urine van de nier naar de blaas
A
letter P
B
letter Q
C
letter R

Slide 8 - Quiz

Kapsel van Bowman
Eerste gekronkelde nierbuisje
Lus van Henle
Verzamel- buis
Ultrafiltratie
Water resorptie
Water resorptie
Resorptie van glucose

Slide 9 - Drag question

Instromend bloed
Voor- urine
uitstromend bloed
urine
Is nog ongezuiverd
Bijna hetzelfde als bloedplasma
Bevat weinig ureum, gezuiverd
Bevat het meeste ureum

Slide 10 - Drag question

De resorptie van glucose door het nierbuisje gebeurt via actief transport. Wat is waar?
A
Het kost vrijwel geen energie
B
Het gaat vanzelf, met de concentratie mee
C
Het kost energie in de vorm van ATP
D
Het kost energie in de vorm van warmte

Slide 11 - Quiz

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 12 - Drag question

Poep is bruin omdat...
A
al het eten door elkaar heen bruin is
B
de enzymen van de darm bruin zijn
C
de lever bruin gekleurde afvalstoffen afgeeft.

Slide 13 - Quiz

longblaasjes
longen
brochiën
brochiolen
luchtpijp

Slide 14 - Drag question

Bij rustig inademen gebruik je
A
middenrifspieren en buitenste tussenribspieren
B
alleen de middenrifspieren
C
alleen de buitenste tussenribspieren

Slide 15 - Quiz

Door de activiteit van welke cellen kan iemand met de besmetting van de bof kunnen genezen? Sleep deze naar de afbeelding van de bof. 
B-cellen
T-cellen
Geheugencellen

Slide 16 - Drag question

Sleep de juiste tekst naar de juiste afbeelding.
B-cellen ontstaan in
B-cellen ontwikkelen in 
T-cellen ontstaan in
T-cellen ontwikkelen in

Slide 17 - Drag question

Bloedtransfusie
In geval van nood is het mogelijk iemand zonder gevaar een bloedtransfusie te geven met een kleine hoeveelheid bloed van een andere bloedgroep van het AB0-systeem dan de ontvanger van de transfusie heeft.

Sleep in de volgende slide de juiste combinaties naar de vakken 'Klontert' of 'zonder gevaar mogelijk'.

Slide 18 - Slide

Klontert
Zonder gevaar mogelijk
Bloedgroep A ontvangt van bloedgroep AB
Bloedgroep B ontvangt van bloedgroep 0
Bloedgroep AB ontvangt van bloedgroep A
Bloedgroep 0 ontvangtvan bloedgroep AB

Slide 19 - Drag question

Resusfactor
Een vrouw heeft resusnegatief bloed. Indien zij in verwachting is van een kind met resuspositief bloed, bestaat er in bepaalde gevallen een kans dat rode bloedcellen van het kind worden afgebroken. 
De laatste vraag op de volgende slide gaat hierover.

Slide 20 - Slide

18. (2p) Enkele maanden voor de geboorte kun je dit onderzoeken door bloed te onderzoeken van:
A
De moeder op de aanwezigheid van antistoffen tegen resusantigenen
B
De moeder op de aanwezigheid van resusantigenen
C
Het kind op de aanwezigheid van antistoffen tegen resusantigenen
D
Het kind op de aanwezigheid van resusantigenen

Slide 21 - Quiz

5 HAVO: Bescherming

Slide 22 - Slide

Welke vorm van afweer bouw je pas na de geboorte (=verworven afweer) op
A
specifieke afweer
B
aspecifieke afweer
C
mechanische afweer
D
chemische afweer

Slide 23 - Quiz

Wanneer een moeder met bloed O zwanger is van een kind met bloedgroep A, dan ontstaan er geen problemen. Waarom niet?

Slide 24 - Open question