1 ge + stam + t --> kaufen --> ge +
kauf + t
2 ge + stam + et --> arbeiten --> ge + arbeit + et
3 - stam + t --> reparieren --> reparier + t
4 - stam + t (ver- er - be) --> verdienen --> - verdien + t
5 ww waar je ge tussen moet zetten bijv. aufmachen --> auf ge mach +t
6 Sterke ww eindigen op -en (3 op een -t). Deze moet je uit je hoofd leren ge........en --> bleiben --> geblieben.