debatteren 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Debatteren

Een debat is een gesprek over een 

onderwerp waarover de deelnemers 

het oneens zijn. 

Tijdens een debat wordt het eigen 

standpunt verdedigd met als doel 

een te overtuigen.

Debatteren, hoe gaat dat?

Debatteren  gebeurt ook veel in de Tweede Kamer .  

Wat is het doel van een debat?

1. mensen overtuigen
2. plezier hebben
3. winnen
4. mensen informeren

Hoe houd je een goed debat?

Bij debatteren zijn twee dingen belangrijk:

Inhoud:                   Hier gaat het om wat je zegt.  

                                                 

Presentatie:           Hier gaat het om hoe je het zegt.

Taal van het debatteren

Gebruik: 

Ik denk/vind dat.......

Naar mijn mening is het zo dat ........

Ten eerste, ten tweede ..........

Bovendien..........Daar komt nog eens bovenop dat.................

Taal van het debatteren:

Onze tegenstanders  beweren dat ................. maar

Er zijn twee onderwerpen waar onze tegenstanders het nog niet over hebben gehad..........

Dat kan wel zo zijn, maar .......................

Om mijn belangrijke punten nog eens te herhalen..........

Tips & trucs

          Voorbeeld

          Feit

          Vraag

          Vergelijking

          Oplossing

          Humor

AUB - methode

Stelling:             Mensen moeten minder papier gebruiken.

                               Argument

                               Uitleg             

                               Bijvoorbeeld

                           

Argument

Uitleg

Bijvoorbeeld

Als we minder papier gebruiken, worden er minder bomen gekapt. Bossen zijn enorm belangrijk, niet alleen voor het zuurstof- gehalte, maar ook voor 80% van alle dieren op aarde. 

Zo leven er door de ontbossing in Indonesië bijna geen tijgers meer: er zijn er op dit moment minder dan 400. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace onlangs heeft gepubliceerd.

Dat is beter voor het milieu.

Nu meteen aan de slag !

In groepjes gaan jullie 3 stellingen voorbereiden. 

Bedenk samen 2 goede argumenten VOOR en TEGEN de stelling.

1 groepslid noteert 

De stellingen:

1. Pizza met ananas moet verboden worden.

2. Goede voornemens maken aan het begin van het jaar heeft geen zin.

3. Schooluniformen moeten worden ingevoerd.