1.3 Globaal lezen - deel 2

Vak: Taalvaardigheid
Hoofdstuk: 1.3 Globaal lezen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsTaalvaardigheidMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Taalvaardigheid
Hoofdstuk: 1.3 Globaal lezen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je werkboek van taal op tafel. Laat deze nog even dicht op tafel liggen.


Huiswerk controle:
1.3 opdracht 4 t/m 6

Slide 2 - Slide

2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- kun je kenmerken van een instruerende tekst benoemen; 
- kun je kenmerken van een overtuigende tekst benoemen; 
- kun je een tekst globaal lezen

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Jessica & Jochem

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jaysen & Jamie

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Gijs, Niek & Krystian

Slide 4 - Slide

Verdiept arrangement:
Verdiept: Jochem & Jessica

Huiswerk noteren + maken:
les: 1.3
blz: 22 t/m 28
opdr: 7 t/m 10

Slide 5 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 
Er is geen mini-check vandaag. Iedereen doet mee met de instructie.

Slide 6 - Slide

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 1.3 opdracht 7 t/m 10 op blz. 22 t/m 28.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 7 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 8 - Slide

Instruerende teksten kun je herkennen aan bepaalde kenmerken:

- De schrijver legt stapsgewijs uit in welke volgorde handelingen moeten worden uitgevoerd. 

- De schrijver spreekt je aan met 'jij' of 'u' of gebruikt de gebiedende wijs. In de gebiedende wijs geeft het werkwoord aan het begin van de zin aan wat je moet doen. 

- De schrijver kan afbeeldingen gebruiken om je te laten zien hoe je iets moet doen of gebruiken. De afbeeldingen verduidelijken dan de instructie. Soms bestaat een instructie alleen uit afbeeldingen.
Kenmerken instruerende tekst

Slide 9 - Slide

In een overtuigende tekst staat één mening centraal. Deze mening noem je het standpunt. Het standpunt wordt onderbouwd met één of meerdere argumenten. De schrijver gebruikt deze argumenten om jou als lezer te overtuigen.

  • Standpunt
  • Argument


Kenmerken overtuigende tekst
Een argument is een reden waarom iemand een standpunt inneemt. Soms wordt een argument in één zin beschreven, maar een argument kan ook in één of meerdere alinea's zijn uitgewerkt.
Een standpunt is de mening die iemand heeft over een onderwerp. Het standpunt vind je vaak in de inleiding van een tekst.

Slide 10 - Slide

In een overtuigende tekst wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt. De schrijver gebruikt dan argumenten om zijn standpunt te onderbouwen en de lezer te overtuigen. 



Kenmerken overtuigende tekst
Voorbeeld:

Slide 11 - Slide

Je kunt een stappenplan gebruiken om een tekst globaal te lezen.







Een tekst globaal lezen

Slide 12 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian: jullie gaan zelfstandig les 1.3 opdracht 7 t/m 10 op blz. 22 t/m 28.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 7

Slide 13 - Slide

6. Zelfstandig werken
Lees goed de gele stukjes theorie.
Je maakt 1.3 opdracht 7 t/m 10 op blz. 22 t/m 28.


Ben je klaar? 
1. Nakijken en verbeteren
2. Lezen in een leesboek. 

 
timer
1:00

Slide 14 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Evaluatie leerdoelen: 
- kun je kenmerken van een instruerende tekst benoemen; 
- kun je kenmerken van een overtuigende tekst benoemen; 
- kun je een tekst globaal lezen

Slide 15 - Slide

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Woensdag 13 maart
1.3 opdracht 7 t/m 10

 
Toetsen:
-

Slide 16 - Slide