1 Als Karin haar broer in de hal tegenkomt, geeft zij hem een high five.
2 Op de feestavond verwelkomen leerlingen de ouders en geven hun een kop koffie met gebak.
3 In de vakantie heeft Margriet een foto geappt, waarop het zwembad goed te zien was.
4 Henk kreeg een groot compliment, omdat hij vorige week de beste speler van het toernooi versloeg.
5 De trainer waarschuwde de spelers voor het koude weer, waarna ze met mutsen en sjaals het sportveld opkwamen.