Bij de negatieve vorm van de present simple met: I, You, We, You en They gebruik je don't of do not (niet doen).
Bij de negatieve vorm van de present simple met: He, She en It (shit woorden) gebruik je doesn't of does not.
Houd er rekening mee dat als je doesn't of does not gebruikt bij het volgende werkwoord geen -s erachter hoeft te staan.