What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 14 Eenvoudige basisgrammatica
Les 14 Eenvoudige basisgrammatica (blz.54)
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 14 Eenvoudige basisgrammatica (blz.54)
Slide 1 - Slide
Verkleinwoorden
Slide 2 - Slide
+ je
de brief - het brief
je
de jas - het jas
je
de vlek - het vlek
je
het gezicht - het gezicht
je
de hand - het hand
je
Veel verkleinwoorden kun je maken met
-je
achter het woord.
Een verkleinwoord begint altijd met
het
.
Slide 3 - Slide
+ tje
de stoel - het stoel
tje
de schoen - het schoen
tje
de vrouw - het vrouw
tje
de deur - het deur
tje
Na -l, -n, -w komt er
-tje
achter het woord
Slide 4 - Slide
aa-oo-uu +tje
de la - het la
a
tje
de auto - het auto
o
tje
de paraplu - het paraplu
u
tje
Na a - o- u komt er
-tje
achter het woord
a aan het eind wordt aa, o wordt oo, u wordt uu
Slide 5 - Slide
de brief
A
de brieven
B
de briefje
C
het briefje
D
het breifje
Slide 6 - Quiz
de tafel
A
de tafels
B
de tafeltje
C
het tafelje
D
het tafeltje
Slide 7 - Quiz
de hand
A
het handtje
B
de handje
C
het handje
D
de handen
Slide 8 - Quiz
de auto
A
de autootje
B
het autootje
C
de auto's
D
het autotje
Slide 9 - Quiz
de kast
A
het kastje
B
de kastje
C
de kasten
D
de kasttje
Slide 10 - Quiz
Uit je hoofd leren!
Slide 11 - Slide
Maar:
de jongen - het jong
etje
de man - het mann
etje
de bal - het ball
etje
de ster - het sterr
etje
de ring - het ring
etje
de bon - het bonn
etje
En:
het blad - het blaadje
het gat - het gaatje
het glas - het glaasje
het pad - het paadje
het vat - het vaatje
het schip - het scheepje
Slide 12 - Slide
Visueel dictee
Kijk 2 minuten naar de woorden.
timer
2:00
Slide 13 - Slide
het jong
etje
het mann
etje
het ball
etje
het sterr
etje
het ring
etje
het bonn
etje
het blaadje
het gaatje
het glaasje
het paadje
het vaatje
het scheepje
timer
2:00
Slide 14 - Slide
Visueel dictee
Schrijf de woorden uit je hoofd op.
Bespreek samen, hebben jullie er 12?
Kijk na!
timer
2:00
Slide 15 - Slide
het jong
etje
het mann
etje
het ball
etje
het sterr
etje
het ring
etje
het bonn
etje
het blaadje
het gaatje
het glaasje
het paadje
het vaatje
het scheepje
timer
2:00
Slide 16 - Slide
de paraplu
A
het parapluen
B
de parapluutje
C
het parapluetje
D
het parapluutje
Slide 17 - Quiz
de jongen
A
de jongens
B
het jongenje
C
het jongetje
D
de jongetje
Slide 18 - Quiz
de schoen
A
het schoenetje
B
het schoentje
C
het schoenje
D
de schoenje
Slide 19 - Quiz
+ pje
de boom - het boom
pje
het raam - het raam
pje
de film - het film
pje
de duim - het duim
pje
Na een
m
: +
pje
Slide 20 - Slide
de film
A
het filmpje
B
het filmje
C
de filmpje
D
de films
Slide 21 - Quiz
de duim
A
de duimje
B
het duimpje
C
het diumpje
D
de diumen
Slide 22 - Quiz
Dus:
Een verkleinwoord begint altijd met
het
Bij veel woorden:
+ je
Na
l-n-w-r
en na
e-o-u
:
+tje
Na
m
:
+pje
Soms is het anders:
het jongetje, het ringetje het blaadje
Slide 23 - Slide
de jas
Slide 24 - Open question
de klok
Slide 25 - Open question
de tak
Slide 26 - Open question
de klas
Slide 27 - Open question
de les was
A
makkelijk
B
soms makkelijk, soms moeilijk
C
moeilijk
Slide 28 - Quiz
Werkblad
Slide 29 - Slide
Werkblad
Slide 30 - Slide
More lessons like this
verkleinwoorden en presenteren
May 2023
- Lesson with
16 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
May 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
March 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
21 verkleinwoorden
January 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Verkleinwoorden
September 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
February 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden les 1
March 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
verkleinwoorden (1.1)
April 2024
- Lesson with
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 4