A2K Unité 1 'Voyages'

Objectifs d'apprentissage (leerdoelen):
  • Ik kan eenvoudige klasinstructies in het Frans begrijpen.

  • Ik kan de vlog begrijpen waarin Julien laat zien hoe hij door de stad reist.

  • Ik kan een eenvoudig reisverslag begrijpen.

  • Ik begrijp gesprekken en berichten over het openbaar vervoer, en het weer

  • Ik kan eenvoudige informatie vragen en geven over reizen en gebruik maken van het openbaar vervoer.

  • Ik kan vertellen waar ik op vakantie ben geweest en wat ik heb gedaan.
Unité 1 "Voyages"
1 / 43
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Objectifs d'apprentissage (leerdoelen):
  • Ik kan eenvoudige klasinstructies in het Frans begrijpen.

  • Ik kan de vlog begrijpen waarin Julien laat zien hoe hij door de stad reist.

  • Ik kan een eenvoudig reisverslag begrijpen.

  • Ik begrijp gesprekken en berichten over het openbaar vervoer, en het weer

  • Ik kan eenvoudige informatie vragen en geven over reizen en gebruik maken van het openbaar vervoer.

  • Ik kan vertellen waar ik op vakantie ben geweest en wat ik heb gedaan.
Unité 1 "Voyages"

Slide 1 - Slide

Toevoegen Lessonup Classe
  • lessonup.app
  • klassencode: 
  • Vul in: Voornaam + Achternaam

zo kun je altijd bij deze lessonup.

Slide 2 - Slide

Le français en salle de classe
Klassentaal

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

dans ma salle de classe

Slide 6 - Mind map

un livre
un prof
un stylo
un sac
Une porte
Les cahiers

Slide 7 - Drag question

l'agenda
le sac à dos
le cahier
l'équerre
le livre
le compas
la trousse
le stylo
le crayon

Slide 8 - Drag question

De tafel

Slide 9 - Open question

De stoel

Slide 10 - Open question

De deur

Slide 11 - Open question

La salle de classe
le prof
la classe

Slide 12 - Slide

Sleep de Franse woorden naar het juiste plaatje!
le sac à dos
le livre
la trousse
le stylo
l'équerre
le cahier
le compas

Slide 13 - Drag question

timer
1:30
le téléphone
le stylo
l'ordinateur
le sac á dos
le planning
le livre
la tablette

Slide 14 - Drag question

Regarder
p 10 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lire

Slide 19 - Slide

Grammaire I
  • Herhaling persoonlijke voornaamwoorden
  • Herhaling être & avoir
  • De onregelmatige werkwoorden partir en sortir

Slide 20 - Slide

Écouter
  • Herhaling persoonlijke voornaamwoorden
  • De onregelmatige werkwoorden partir en sortir

Slide 21 - Slide

Grammaire II
  • De voltooide tijd (passé composé)
    - met avoir
    - met être
  • Grammaire lexicale: Het weer

Slide 22 - Slide

Présent & Passé Composé
  • Présent (t.t.) : ik reis / jullie reizen
  • Passé composé (v.t.t.) : ik heb gereisd / jullie hebben gereisd


Stap 1
: Persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, hij, wij etc.)
Stap 2: Juiste vorm van hebben (heb, hebt, heeft, hebben etc.)
Stap 3: Voltooid deelwoord (= infinitief 'min' -er 'plus' -é)

Slide 23 - Slide

Présent & Passé Composé
  • Présent: ik reis / wij reizen --> je voyage / vous voyagez
  • Passé composé: ik heb gereisd / wij hebben gereisd
    --> j'ai voyagé / vous avez voyagé

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Check: hoe zeg je "Ik heb gepraat"
A
je parle
B
tu parles
C
J'ai parlé
D
Tu as parle

Slide 26 - Quiz

P.C. : avoir & être + ontkenning
  • Ik heb gehad = 
  • Ik ben geweest = 
  • Jij bent niet geweest=
timer
10:00

Slide 27 - Slide

J'ai ......... au concert
A
été
B
eu
C
suis
D
aller

Slide 28 - Quiz

Mes copains ...........un bon week-end.
A
ont été
B
ont eu
C
sont
D
sont été

Slide 29 - Quiz

Vertaal: "Hij heeft niet gepraat"

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Verbuga.eu
  • Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
  • Tijden: présent & passé composé
  • Onregelmatige: avoir & être
  • Regelmatige: parler & regarder
  • > Bevestig
timer
5:00

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Parler

Slide 35 - Slide

Écrire
>>> woorden opzoeken in woordenboek!

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Explication: Prépositions
Stap 1: Land of Stad/Dorp?
> Als stad/dorp altijd à

Stap 2: Land ? > waar eindigt het land op?
> -e = vrouwelijk = en
> -s = meervoud = aux
> overige = mannelijk = au

timer
4:00

Slide 38 - Slide

Vul het juiste voorzetsel in:
Je vais .......France
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 39 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
J'habite ......Enschede
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 40 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
Nous avons été .....Portugal
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 41 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
Il est .........Etats-Unis
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 42 - Quiz

Apprendre

Slide 43 - Slide