This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Thema 7 Media
Slide 1 - Slide
Startopdracht
Dit thema gaat over media. Je gebruikt allerlei verschillende soorten media. Bijvoorbeeld als je naar een serie op tv kijkt of als je een foto op Instagram plaatst.
Slide 2 - Slide
Welke dingen hebben met media te maken?
Waarvoor kun je de media op de afbeelding gebruiken?
Slide 3 - Slide
In deze les leer je:
- wat met media wordt bedoeld
- wat sociale media zijn
- waarvoor je sociale media kunt gebruiken
Slide 4 - Slide
Theorie Media
Bladzijde 198
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Welke media gebruik jij?
Slide 7 - Mind map
Theorie Sociale media
Bladzijde 201
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Oefenen
Opdracht 2
Bladzijde 202
Slide 10 - Slide
KIJKVRAAG:
Wat vinden de mensen in het filmpje moeilijk aan social media?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Wat vinden de mensen in het filmpje moeilijk aan sociale media?
Slide 13 - Open question
Ben jij verslaafd aan sociale media?
Ja
Nee
Een beetje
Slide 14 - Poll
Gesprek in de klas
1. Steek je vinger op als je iets wilt zeggen
2. Laat elkaar uitpraten
3. Luister naar elkaar
4. Blijf vriendelijk
Slide 15 - Slide
Stelling 1
Ik leer meer van wat ik op internet zie dan van de lessen op school.
Slide 16 - Slide
Stelling 2
Mijn familie mag niet zien wat ik op sociale media plaats.
Slide 17 - Slide
Stelling 3
Ik vind praten op sociale media leuker dan praten in het "echte leven".
Slide 18 - Slide
Wat wordt er bedoeld met sociale media?
A
Advertenties die je op internet ziet.
B
Apps die bedoeld zijn om nieuws te verspreiden.
C
Middelen waarmee je online met mensen in contact bent.
Slide 19 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van sociale media? Er zijn twee goede antwoorden.
A
Instagram
B
Radio 538
C
RTL4
D
TikTok
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Waarvoor gebruikt het meisje media?
A
om iets nieuws te leren
B
om informatie te versturen
C
om zich te vermaken
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Welke zin past bij dit bericht?
A
Je kunt verschillende soorten sociale media gebruiken.
B
Je kunt via sociale media informatie opzoeken.
C
Je kunt via sociale media snel veel mensen bereiken.
Slide 24 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met media?
A
Een onderwerp dat in korte tijd veel aandacht krijgt.