§4.7 Economisch beleid

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.7  Economisch beleid
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.7  Economisch beleid

Slide 1 - Slide

Planeconomie
  • GEEN marktwerking
  • Voorbeeld: Noord-Korea (vroeger Cuba en China)

Hier bepaalt de overheid bij elk bedrijf 
wat het produceert, hoeveel en tegen 
welke prijs.

Slide 2 - Slide

Vrije markt Economie
             Vraag en aanbod bepalen volledig de prijs van goederen.                     De overheid grijpt NIET in met regels of wetgeving. 

Er is geen land dat helemaal een vrije markt economie heeft.
 Een overheid neemt maatregelen, vuurwerkverbod & corona maatregelen. 

Slide 3 - Slide

En Nederland dan?
Veel landen zitten tussen een planeconomie en een vrije markteconomie in: 
Gemengde economie = 
Georiënteerde markteconomie

Slide 4 - Slide

Georiënteerde markteconomie

Producenten en consumenten bepalen de productie, consumptie en prijzen, maar wel binnen grenzen die de overheid heeft gesteld

Slide 5 - Slide

Voorbeelden Overheidsingrijpen Nederland 
  • minimum-maximumprijzen vaststellen
  • inkomens herverdelen middels belastingtarieven
  • minimumloon vaststellen
  • subsidies en toeslagen (huur, zorg) te geven
  • systeem van sociale zekerheid
  • eisen stellen aan de productie op gebied van gezondheid/milieu
  • overheid zelf gaan produceren

Slide 6 - Slide

Nederland opschuiven naar planeconomie


  • regulering (meer regels)
  • nationalisatie particuliere bedrijven
Nederland opschuiven naar vrijemarkteconomie


  • deregulering (minder regels)
  • privatisering overheidsbedrijven

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Voordeel economische groei
  1. reële inkomens stijgen
  2. de mensen verdienen meer en betalen meer belasting (waarom meer belasting?)

Slide 9 - Slide

Economische groei wordt gestimuleerd door:
  1. beter onderwijs
  2. subsidies voor innovaties (product en proces)
  3. een lagere rente (consumenten en bedrijven lenen meer)
  4. goede concurrentiepositie

Slide 10 - Slide