Les6 U1
Le programme d'aujourd'hui
Répéter Apprendre 1-4
Corriger les exercices (10,12-14, verbes-er)
Uitspraakhulp (la prononciation)
Passé composé
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Items in this lesson
Le programme d'aujourd'hui
Répéter Apprendre 1-4
Corriger les exercices (10,12-14, verbes-er)
Uitspraakhulp (la prononciation)
Passé composé
Slide 1 - Slide
Les devoirs pour le prochain cours
Apprendre 1-4
De regels van de passé composé
exercices 16.
Slide 2 - Slide
La corrida
This video is no longer available
Welke video was dit?Slide 3 - Slide
Apprendre 1-4
Ga naar www.joinmyquiz.com
tik de code in
Slide 4 - Slide
Le passé composé
Voltooid verleden tijd. Je hebt iets gedaan en je doet het nu niet.
( dus... 5 minuten geleden, gisteren, tijdens het weekend, in de vakantie.....)
Nodig NL : hebben of zijn + voltooid deelwoord.
Ik heb gegeten, ik heb beëindigd, ik heb verkocht
Ik ben gevallen, ik ben uitgeweest
Nodig FR: avoir of être +(werkwoord - er) + é -> j'ai mangé (manger) je suis tombé(e)
avoir of être +(werkwoord - -ir) + i -> j'ai fini ( finir) , je suis sorti(e)
avoir of être +(werkwoord - -re) + u -> j'ai vendu (vendre)
Slide 5 - Slide
le passé composé II
faire (doen, maken) -- vorm van avoir + fait (gedaan)
j'ai fait du foot
avoir (hebben) -- vorm van avoir + eu (gehad)
tu as eu une bonne note
être (zijn) -- vorm van avoir + été (geweest)
il a été malade
Slide 6 - Slide
le passé composé III
Deze werkwoorden hebben être als hulpwerkwoord.
Zie ook page 24
Deze werkwoorden drukken allemaal een beweging uit.
Slide 7 - Slide
Passé composé IV
Let op!!
Kijk goed WIE het onderwerp is.
Jean est arrivé.
Monique est arrivée
Jean et Luc sont arrivés
Monique et Julie sont arrivées
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
La prononciation
un petit truc qui vous sert à prononcer mieux le français.
Copiez-le dans votre cahier.
Slide 10 - Slide
Les devoirs pour le prochain cours
Apprendre 1-4
De regels van de passé composé
exercices 16.
