Jagers & Verzamelaars > les 2 > instructie groep 4/5
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
1 / 45
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5
This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Slide 1 - Slide
Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.
Slide 2 - Slide
Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
Slide 3 - Slide
Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app
- Log in met de code.
Slide 4 - Slide
Dit ga je leren vandaag:
Je leert hoe jagers en verzamelaars leven en wonen.
Je leert hoe jagers en verzamelaars vuursteen gebruiken.
Je leert hoe jagers en verzamelaars vuur maken.
Je leert wat jagers en verzamelaars eten.
Je leert hoe jagers en verzamelaars gereedschap en kleding maken.
Slide 5 - Slide
Even herhalen
Slide 6 - Slide
Tijdbalk
Slide 7 - Slide
Je eigen tijdbalk
Je hebt zelf ook een geschiedenis.
Dat is de tijd van toen je geboren werd tot nu.
Je geschiedenis begint op de dag dat je bent geboren.
Slide 8 - Slide
Mijn tijdbalk
Slide 9 - Slide
De tijd van het langst geleden
De jagers en de verzamelaars
Slide 10 - Slide
Jagers en verzamelaars
Slide 11 - Slide
Leven in de natuur
De jagers leefden in de prehistorie (dat is de tijd van heel lang geleden) in de natuur.
Dat was best gevaarlijk en zwaar.
De mannen moeten jagen op allerlei soorten dieren om te eten.
En ook vangen ze vissen in de rivier.
Slide 12 - Slide
Leven in de natuur
Als er niet genoeg dieren meer zijn, trekt de groep naar een ander gebied.
Jagers wonen dus nooit op een vaste plaats.
Dat noem je nomaden.
In de natuur vinden de jagers alles wat ze nodig hebben.
Bijvoorbeeld brandnetels, waar soep van gemaakt kan worden.
Slide 13 - Slide
Leven in de natuur
De vrouwen van de jagers zijn verzamelaars.
Zij zoeken in de natuur naar eetbare planten en kruiden.
Slide 14 - Slide
Vuursteen in onmisbaar
Tijdens het verzamelen zoeken de jagers en vrouwen ook vuursteen.
Hier worden wapens en gereedschap van gemaakt om te jagen.
Vuursteen vind je soms gewoon langs een rivier, maar soms zit het diep onder de grond.
Slide 15 - Slide
De tijd van de jagers en verzamelaars noemen we vaak steentijd. Waarom zou dat zo zijn?
Slide 16 - Mind map
De tijd van de jagers en verzamelaars noemen we vaak steentijd. Waarom zou dat zo zijn?
Omdat er veel gereedschap van steen gemaakt werd.
Er waren nog geen andere materialen om mee te werken.
Slide 17 - Slide
Wat kun je doen met een scherp stuk vuursteen?
Slide 18 - Mind map
Slide 19 - Slide
Vuur maken met een boog
Vuur is erg belangrijk voor jagers en verzamelaars.
Het geeft warmte.
De rook houdt vieze beestjes weg.
En wilde dieren zijn bang voor vuur.
Daarom houden ze het vuur de hele nacht aan.
Slide 20 - Slide
Vuur maken met een boog
Op het vuur maken ze eten klaar.
En elke avond zitten ze bij het vuur.
Want vuur is het enige licht dat ze hebben.
Een vuur maken is niet zo gemakkelijk.
Kijk maar eens naar het volgende filmpje.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Een aantal vragen
Slide 23 - Slide
In de tijd van de jagers en verzamelaars:
Vuur geeft warmte als het koud is.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
In de tijd van de jagers en verzamelaars:
Vuur houdt wilde dieren op afstand.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
In de tijd van de jagers en verzamelaars:
Met vuur kun je vuursteen maken.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
In de tijd van de jagers en verzamelaars:
Op vuur kun je koken.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quiz
In de tijd van de jagers en verzamelaars:
Vuur geeft licht in het donker.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
Hutten bouwen
Jagers wonen het liefst bij een rivier of een beek, want daaruit kunnen ze drinkwater halen.
In het jagerskamp staan drie hutten.
Iedereen werkt mee om de hutten te bouwen.
Slide 29 - Slide
Kleding en schoenen van dierenhuid
Jagers kunnen de huid van een dier goed gebruiken, want ze maken er kleren en schoenen van.
Slide 30 - Slide
Kleding en schoenen van dierenhuid
Eerst krabben ze restjes vlees van de binnenkant van de huid.
Hiervoor gebruiken ze een scherp stuk vuursteen.
Soms maken ze ook de buitenkant van de huid helemaal glad.
Slide 31 - Slide
Kleding en schoenen van dierenhuid
De schone, droge en gladde dierenhuid noem je leer.
Jagers gebruiken het leer voor kleding, draagzakken en riemen.
Slide 32 - Slide
Kleding en schoenen van dierenhuid
Een mooie dikke vacht halen ze niet van de huid af.
Zo'n vacht wordt ook wel bont genoemd.
Van bont maken ze dekens en dikke jassen, want bont is lekker warm.
Slide 33 - Slide
Een aantal vragen
Slide 34 - Slide
Waarom woonden jagers het liefst bij een rivier of een beek?
Slide 35 - Open question
Jagers wonen het liefst bij een rivier of een beek, want daaruit kunnen ze drinkwater halen.
Slide 36 - Slide
Wat doen de jagers met de huid van een dier dat ze gevangen hebben?
Slide 37 - Open question
Wat doen de jagers met de huid van een dier dat ze gevangen hebben?
Jagers kunnen de huid van een dier goed gebruiken, want ze maken er kleren en schoenen van.
Slide 38 - Slide
Hoe noem je de schone, droge en gladde dierenhuid van een dier?
A
leer
B
bont
Slide 39 - Quiz
Wat maakten de jagers van een mooie dikke vacht van een dier dat ze gevangen hadden?
Slide 40 - Open question
Wat maakten de jagers van een mooie dikke vacht van een dier dat ze gevangen hadden?
Van bont maken ze dekens en dikke jassen, want bont is lekker warm.
Slide 41 - Slide
Evaluatie van de les
Slide 42 - Slide
Schrijf in één zin op waar deze les over ging.
Slide 43 - Mind map
Schrijf in ieder geval één ding op dat je geleerd hebt tijdens deze les.