2.1 (1/2) Positieve en negatieve getallen

2.1 Positieve en negatieve getallen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Positieve en negatieve getallen

Slide 1 - Slide

Start
Ga rustig zitten aan je tafel en leg je wiskunde spullen op tafel. 

Klaar?
Stil lezen

Slide 2 - Slide

Planning
  • Toets H1 bespreken
  • Voorkennis H2.
  • Uitleg?
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 
Leerdoel:
Ik weet wat positieve en negatieve en tegengestelde getallen zijn.
Je kunt de tekens < > en = gebruiken.

Slide 3 - Slide

Maken voorkennis blz. 90

Voor jezelf en uit je hoofd. 

Slide 4 - Slide

blz. 92

Slide 5 - Slide

blz. 92

Slide 6 - Slide

blz. 92

Slide 7 - Slide

Positieve getallen zijn de getallen die we al kennen
Negatieve getallen hebben een - ervoor staan.

Denk aan temperatuur of geld


Tegenovergestelde getallen zijn de negatieve en positieve getallen die bij elkaar horen. Ze staan even ver van de 0 af. 

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werktijd 
Iedereen werkt zelfstandig aan de opgaven. Kom je ergens niet uit dan mag je rustig overleggen of je kan je hand opsteken. 

H2.1 opgave: 2 t/m 6
blz. 92 - 93- 94
Leerdoel:
Ik weet wat positieve, negatieve en tegenovergestelde zijn.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Even oefenen
< kleiner dan
> groter dan 
= is gelijk aan

Slide 11 - Slide

Welk teken moet op de puntjes?

6 .... 2
A
<
B
>
C
=

Slide 12 - Quiz

Welk teken moet op de puntjes?

1 .... 4
A
<
B
>
C
=

Slide 13 - Quiz

Welk teken moet op de puntjes?

-2 .... 3
A
<
B
>
C
=

Slide 14 - Quiz

Welk teken moet op de puntjes?

1+1 .... 3-1
A
<
B
>
C
=

Slide 15 - Quiz

Welk teken moet op de puntjes?

8 .... 3
A
<
B
>
C
=

Slide 16 - Quiz

Welk teken moet op de puntjes?

-2 .... -5
A
<
B
>
C
=

Slide 17 - Quiz

Welk teken moet op de puntjes?

2x4 .... 11-3
A
<
B
>
C
=

Slide 18 - Quiz

Vragen?


Eerst zelf oefenen, nog hulp nodig?
Zitten aan de instructietafel.

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werktijd 
Iedereen werkt zelfstandig aan de opgaven. Kom je ergens niet uit dan mag je rustig overleggen of je kan je hand opsteken. 

H2.1 opgave: 2 t/m 6 + 10, 12, 13, 14
blz. 92 - 93- 94-96
Leerdoel:
Ik weet wat positieve, negatieve en tegenovergestelde zijn.
Ik kan de tekens <, > en = gebruiken

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide