APA Quiz

The do's and
don'ts in APA
Een beknopte behandeling
van de meestvoorkomende situaties
bij het verwijzen naar bronnen
De grote  APA quiz!
1 / 38
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

The do's and
don'ts in APA
Een beknopte behandeling
van de meestvoorkomende situaties
bij het verwijzen naar bronnen
De grote  APA quiz!

Slide 1 - Slide

Waar kan je alles opzoeken over bronvermelding?
google: auteursrechten APA7 handleiding
youtube: project APA7
Verwijswijzer Mediatheek. 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waarom theorie?
-Je gebruikt het om begrippen en modellen uit te leggen.
-Je laat zien dat je verbanden legt.
-Het zorgt ervoor dat je verhaal niet gebaseerd is op jouw mening, maar op de kennis die je hebt opgedaan en op theorieën die onderzocht zijn.
-Dat maakt je verhaal betrouwbaar.
-Je pleegt geen plagiaat

Slide 4 - Slide

Indeling
Ronde 1: Plagiaat?
Ronde 2: Parafraseren of Citeren
Ronde 3: Verwijzingen/Bronvermelding
Ronde 4: Literatuurlijst

Slide 5 - Slide

Ronde 1 
wel of geen plagiaat?

Slide 6 - Slide


In mijn verslag neem ik bijna letterlijk de tekst over van iemand anders. Ik vermeld de bron in de bronnenlijst.  
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 7 - Quiz


Ik kopieer de tekst van iemand anders; ik verander enkele woorden, maar ik vermeld de bron. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 8 - Quiz


Ik leg in mijn eigen woorden uit wat ik in een andere tekst gevonden heb. Ik kies daarvoor andere woorden en gebruik een andere zinsbouw. Ik verwijs in de tekst en ik vermeld de bron. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 9 - Quiz


Ik gebruik een afbeelding van een website. Ik vermeld geen bron. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 10 - Quiz


Ik laat een van mijn ouders een hoofdstuk van mijn verslag schrijven. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 11 - Quiz


Ik laat AI een hoofdstuk van mijn verslag schrijven. 
A
Plagiaat
B
Geen plagiaat

Slide 12 - Quiz

Ronde 2
Citeren of parafraseren?

Slide 13 - Slide

Wat is het verschil tussen
citeren en parafraseren?
A
Citeren: in eigen woorden weergeven. Parafraseren: letterlijk overnemen.
B
Citeren: letterlijk overnemen. Parafraseren: in eigen woorden weergeven.

Slide 14 - Quiz

Wat pas je meer toe in een verslag?
A
citeren
B
parafraseren

Slide 15 - Quiz

Citeren
  • Citaat onder 40 woorden altijd “tussen aanhalingstekens”
  • Een citaat van 40 woorden of meer wordt in een losstaand,     ingesprongen blok weergegeven, zonder aanhalingstekens
  • Bij een citaat paginanummer vermelden (p. 34)
  • Je mag een citaat inkorten:        . . .  
  • Citaat dat op meerdere pagina’s staat:   (Janssen, 2021, pp. 34-36).



Slide 16 - Slide

Parafraseren
  • In eigen woorden weergegeven materiaal (tekst/beeld/..) van iemand anders
  • Geen aanhalingstekens gebruiken
  • Altijd de bron vermelden 
  • Paginanummer niet verplicht, maar wel aangeraden als je verwijst naar een specifieke passage



Slide 17 - Slide

Ronde 3 
Bronvermelding

Slide 18 - Slide

Dit is een correcte verwijzing in de tekst:
A
(Terlouw & Visser, 2017)
B
Terlouw en Visser (2017)...
C
(Terlouw en Visser, 2017)
D
In 2017 schreven Terlouw en Visser

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Is het publicatiejaar van een bron onbekend dan gebruik je de afkorting:
A
z.d.
B
g.j.
C
z.j.
D
a.j.

Slide 21 - Quiz

Als ik in een verslag verwijs naar een opdracht die ik zelf heb gemaakt hoef ik niet te verwijzen naar een bron.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Soms is het niet duidelijk wie de auteur is van een webpagina, maar je weet wel dat organisatie van de website het Instituut voor Preventie & gezondheid is. En hun homepage is www.ivpg.nl. Wat doe je dan?
A
(onbekend, 2020)
B
(www.ivpg.nl)
C
(Instituut voor Preventie & Gezondheid, 2020)

Slide 23 - Quiz

In welke tekst is de citatie correct volgens de APA-stijl? (zin is ingekort, kijk naar verwijzingen!!!)
A
Wat Chabris en Simons (2010) probeerden te bewijzen, ... missen. Ongeveer de helft van de deelnemers in de studie van Chabris en Simons (2010) merkte de gorilla helemaal niet op...
B
Wat Chabris en Simons (2010) probeerden te bewijzen, ... missen. Ongeveer de helft van de deelnemers in de studie van Chabris en Simons (ibid.) merkte de gorilla helemaal niet op...
C
Wat Chabris en Simons (2010) probeerden te bewijzen, ...missen. Ongeveer de helft van de deelnemers in hun studie merkte de gorilla helemaal niet op...
D
Wat Chabris en Simons (2010) probeerden te bewijzen, ....missen. Ongeveer de helft van de deelnemers in de studie van Chabris en Simons (zie Chabris & Simons, 2010) merkte de gorilla helemaal niet op...

Slide 24 - Quiz

5In welke tekst is de citatie correct volgens de APA-stijl?
A
Effectieve teams kunnen moeilijk te beschrijven zijn omdat "hoog presteren op één domein niet overgaat naar hoog presteren op een ander domein" (Ervin et al., 2018, p. 470).
B
Effectieve teams kunnen moeilijk te beschrijven zijn omdat "hoog presteren op één domein niet overgaat naar hoog presteren op een ander domein (p. 470)" (Ervin et al., 2018).
C
Effectieve teams kunnen moeilijk te beschrijven zijn omdat "hoog presteren op één domein niet overgaat naar hoog presteren op een ander domein" (Ervin et al., 2018) [p. 470].
D
Effectieve teams kunnen moeilijk te beschrijven zijn omdat "hoog presteren op één domein niet overgaat naar hoog presteren op een ander domein" (Ervin et al., 2018).

Slide 25 - Quiz

In welke tekst is de citatie correct volgens de APA-stijl?
A
Hinse & Mathieu (2021) onderzochten de impact van leiderschapsstijlen op de tevredenheid van werknemers.
B
Hinse and Mathieu (2021) onderzochten de impact van leiderschapsstijlen op de tevredenheid van werknemers.
C
Hinse/Mathieu (2021) onderzochten de impact van leiderschapsstijlen op de tevredenheid van werknemers.

Slide 26 - Quiz

In welke tekst is de citatie correct volgens de APA-stijl?
A
Er zijn verschillen gevonden in reactietijden (Paluch et al., 2021, p. 275).
B
In 2006 ontwikkelden Kelly en Jennions een theorie...
C
Aalbers en Van Zoonen (2005, p. 361) concluderen dat de huidige manieren van televisiekijken in gezinnen uitstekend aansluiten bij de drukte van het dagelijks leven.
D
Alle antwoorden zijn correct.

Slide 27 - Quiz

In welke tekst is de citatie correct volgens de APA-stijl?
A
Sherman, Cheng, Fingerman en Schnyer (2015) toonden aan...
B
Sherman & Cheng & Fingerman & Schnyer (2015) toonden aan...
C
Sherman et al. (2015) toonden aan...
D
Sherman et all (2015) toonden aan...

Slide 28 - Quiz

Ronde 4
Literatuurlijst

Slide 29 - Slide

Let op
-Ordenen op alfabetische volgorde
-Titel meestal cursief, behalve bij tijdschriften, dan naam van tijdschrift cursief (check dit per onderdeel)
-Een URL mag zowel in zwart als in blauw en wel of niet onderstreept worden weergegeven. Zorg ervoor dat overal dezelfde opmaak gebruikt wordt en dat bij gebruik in een elektronisch document de URL aanklikbaar is.
-Alleen achternamen en voorletters
-interpunctie; waar moet een punt en waar een komma
-Ondertitel

Slide 30 - Slide

Terlouw, H., & Visser, B. (2017). Relaties hanteren: Beroepshouding in vaardigheden in woord en beeld. Uitgeverij ThiemeMeulenhoff.
A
goed
B
fout

Slide 31 - Quiz

Wat is er mis in deze referentie?


A
Er moeten aanhalingstekens rond de titel staan: " "
B
Het jaartal mag niet tussen haakjes staan.
C
Tussen auteursnamen moet "&" worden gebruikt in plaats van "en."
D
De begin- en eindpagina's van een artikel moeten altijd worden vermeld.

Slide 32 - Quiz

Wat is er mis in deze referentie?
Lentin, Alana. (2020). Why Race Still Matters. Polity Press

A
Alana moet A. zijn.
B
Het jaartal mag niet tussen haakjes staan.
C
De woorden Race, Still en Matters moeten niet met hoofdletters beginnen.
D
A en C

Slide 33 - Quiz

Je wilt informatie citeren uit het hoofdstuk "A natural blueprint of language acquisition" van M.A. Skeide. Dit hoofdstuk maakt deel uit van het boek "Human language: From genes and brains to behavior" uit 2019, waarvan P. Hagoort de redacteur is.

Hoe citeer je deze bron?
A
B

Slide 34 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van deze referenties in een literatuurlijst? (alleen het begin van de referenties wordt hier getoond)

A. Cracker, H. E., & Bacon, Y. A. (2013). [. . .]
B. Cracker, H. E., & Cheese, M. M. (2017). [. . .]
C. Cheese, M. M., & Cracker, H. E. (2020). [. . .]
D. Cracker, H. E. (2021). [. . .]

A
C - A - B - D
B
C - D - A - B
C
A - B - C - D

Slide 35 - Quiz

Wat is er mis in deze referentie?

A
De DOI wordt niet op de juiste manier getoond: het moet niet worden voorafgegaan door: "https://doi.org/"
B
Er staat geen punt aan het einde van de referentie.
C
De referentie moet een hangende inspringing hebben

Slide 36 - Quiz

Waar vind ik informatie?
-In de HR bibliotheek:  https://www.hogeschoolrotterdam.nl/voorlichting/begeleiding-en-voorzieningen/mediatheek/
-Google Scholar
-Studieboeken

Slide 37 - Slide

In welke mate kun je nu zelfstandig bronnen verwerken in de tekst en in de literatuurlijst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll