Les 5 |

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Doel + programma

• Onderwerp les + huiswerk bespreken
• Meningen verzamelen bij stelling
• Klassengesprek over de stelling
• Afsluiten

Doelen | Jullie kunnen:

• uitleggen en beargumenteren welke positie je inneemt bij de stelling;
• Respectvol luisteren naar en reageren op de meningen van klasgenoten.

De stelling is:

‘Het recht op demonstreren tegen racisme is belangrijker dan je houden aan de coronaregels.’

Omgangsregels voor de les:

1. Steek eerst het handje op als je iets wil zeggen/vragen en iemand al aan het woord is.
2. Laat elkaar uitpraten.
3. Vat eerst samen wat de vorige persoon heeft gezegd en geef dan pas je reactie op een respectvolle manier.
4. Gebruik geen enkel scheldwoord.
5. Reageer pas als de docent dat aangeeft, vragen mogen wel.

Huiswerkopdracht bespreken

1. Racisme is een structureel systeem dat bepaalde mensen bewust én onbewust uitsluit of minder kansen geeft door hun huidskleur, nationaliteit, afkomst of cultuur. 
2. Deze demonstratie is veel te belangrijk.
3. (1) Men heeft het recht om te demonstreren. (2) De mensen zijn zelf verantwoordelijk om zich aan de regels te houden. (3) De demonstratie is vreedzaam en zonder incidenten verlopen. 
4. (a) Het is een klap in het gezicht van zorgverleners. (b) Demonstranten hoeven geen afstand te houden en voor de rest geldt de regel wel. Dit is een vergelijkingsargument!
5. Jullie eigen antwoord!

Verschillende reacties en meningen

Stelling van de les:
‘Het recht op demonstreren tegen racisme is belangrijker dan je houden aan de coronaregels.’

1. Ik vind antiracismedemonstraties belangrijker.
2. Ik vind het belangrijker om je te houden aan de regels voor corona.
3. Ik weet nog niet zo goed wat ik belangrijker vind.

Zorgverlener/kwetsbaar iemand

‘Het recht op demonstreren tegen racisme is belangrijker dan je houden aan de coronaregels.’  

• Ik geef de beurt aan wie er een reactie wil geven.
• We doen dit pér standpunt/mening en niet door elkaar. 
• Je luistert naar de meningen van je klasgenoten en stelt verhelderende vragen zoals: Waarom denk je dat precies? - Wat vind je dan van deze mening/gedachte/argument? - Waar komt jouw mening vandaan? - Denken de mensen om je heen dat ook? - 

Wat heb je geleerd van deze les?
Wat ging er goed/niet goed in het gesprek?

Vrijdag

Leer voor het proefwerk (Lezen blok 1-4) en neem specifieke vragen 'mee' naar de les.