This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Een gesprek over koetjes en kalfjes
Vandaag gaan we:
over koetjes en kalfjes praten!
En andere korte gesprekjes voeren bij hoofdstuk 4
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 4 Code +
1. Gesprekjes voeren met mensen op straat
2. Praten over persoonlijke zaken
3. Je familie beschrijven
4. Over een relatie praten
Slide 2 - Slide
Een gesprek over koetjes en kalfjes gaat over...
A
koeien
B
iets dat heel belangrijk is
C
iets dat helemaal niet belangrijk is
Slide 3 - Quiz
"Ik heb een probleem, kun je me helpen?"
A
Dit hoort bij een gesprek over koetjes en kalfjes.
B
Dit hoort NIET bij een gesprek over koetjes en kalfjes.
Slide 4 - Quiz
Wil je thee?
A
Ja, goed. Heel mooi.
B
Zeg het wel.
C
Zeg dat wel.
D
Ja, graag.
Slide 5 - Quiz
Ik was erg ziek maar nu voel ik me weer beter.
A
Wat jammer!
B
Nee, klopt!
C
Gelukkig.
D
Ja, lekker he?
Slide 6 - Quiz
Wat een slecht weer, vind je niet?
A
Ik houd juist van dit onstuimige weer.
B
Zeg het wel!
C
Zeg dat wel!
D
Nee, klopt!
Slide 7 - Quiz
Doe haar de groeten terug. (say hello back)
A
Zal ik doen.
B
Ja, ik ook.
C
Dat zal ik doen.
D
Wat lekker.
Slide 8 - Quiz
Hoe gaat het met je?
A
Gaat wel. En met jou?
B
Prima, en met jou?
C
Uitstekend! Heerlijk weer ook!
D
Niet zo goed, ik heb veel problemen.
Slide 9 - Quiz
Poeh, poeh! Ik ben toe aan koffie!
A
Zal ik een bakje koffie voor je halen?
B
Prima, en met jou?
C
Ja, ik ook na die lange wandeling.
D
Dat zal ik doen.
Slide 10 - Quiz
Het adres was makkelijk te vinden.
A
Ja, dat dacht ik wel.
Zo dichtbij het station.
B
Dat is geen probleem.
C
Wat lekker!
D
Gelukkig!
Slide 11 - Quiz
Koetjes en kalfjes (small talk)
Mooi weertje vandaag!
Lekker geslapen?
Koud hier! Vind je niet?
Eindelijk schijnt de zon weer!
Na regen komt zonneschijn!
Wat een drukte hier!
Hoe was je weekend?
Ga je nog op vakantie?
Slide 12 - Slide
Een gesprek over koetjes en kalfjes
Wat een vies weer, hè?
Ja, het regent al de hele week.
Morgen wordt het beter.
Ja, gelukkig!
Nou, dag!
Doei!
Slide 13 - Slide
Opdracht
Maak de opdrachten 1 tot en met 6 uit je boek (p. 75-77)
Gevorderden: Maak 7 tm 8
Slide 14 - Slide
Opdracht in duo's
Kies een van de onderwerpen:
1. Je loopt op de markt en praat met een kennis die je tegenkomt, over de prijzen of het weer.
2. Je gaat naar buiten en ziet dat de buren op vakantie gaan. Je praat over de vakantie.
3. Je staat in de rij in de kantine voor de kassa. Je praat met je docent over Nederlands,
Slide 15 - Slide
Hoe vraag je hoe het met iemand gaat?
Slide 16 - Mind map
Challenge in duo's:
- Vraag hoe het gaat met iemand en vertel hoe het gaat. Gebruik steeds een andere zin.
- Vraag naar de problemen van iemand. Bedenk 4 zinnen om erachter te komen waar iemand mee zit. De ander geeft de reactie.
Slide 17 - Slide
Opdracht
Je hebt problemen met geld. Je kunt de huur niet meer betalen. Je zoekt werk. Een vriend of vriendin vraagt hoe het me je gaat. Je vertelt over je problemen.
Wissel van rol als je klaar bent.
Slide 18 - Slide
Opdracht
Je hebt problemen met geld. Je kunt de huur niet meer betalen. Je zoekt werk. Een vriend of vriendin vraagt hoe het me je gaat. Je vertelt over je problemen.
Wissel van rol als je klaar bent.
Slide 19 - Slide
Karaktereigenschappen ideale man
Slide 20 - Mind map
Opdracht
Praat met elkaar over een goede vriend of vriendin van nu of vroeger.
-Hoe kwamen jullie in contact
- Hebben jullie nog steeds contact
- Wat deden of doen jullie graag samen
- Waarom is deze vriend of vriendin belangrijk voor je.