Klas 1M - H3 herhaling zelfstandig

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3 - chapitre 3

l'école

l'école primaire

le collège

le lycée

Ik ben op school. = Je suis à l'école.

Lees goed door

Être = zijn

je suis = ik ben

tu es = jij bent

il est = hij is

elle est = zij is

on est = we zijn

nous sommes = wij zijn

vous êtes = jullie zijn, u bent

ils/elles sont = zij zijn

Et toi maintenant!

En nu jij!

etre

=

 zijn

Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

es

sont

est

êtes

sommes

suis

jij bent

1. je suis
2. c'est
3. il est
4. tu es

wij zijn

1. on est
2. on sommes
3. nous est
4. nous sommes

ik ben

1. c'est
2. vous êtes
3. tu es
4. je suis

zij is

1. elle est
2. on est
3. nous sommes
4. ils sont

dinsdag

1. vendredi
2. jeudi
3. mardi
4. lundi

zaterdag

1. vendredi
2. dimanche
3. samedi
4. lundi

woensdag

1. mardi
2. mercredi
3. samedi
4. dimanche

Aujourd'hui, c'est

1. lundi
2. mardi
3. mercredi
4. jeudi

Hoe zeg je ook alweer 'mijn' in het Frans?

De uitspraak van de è en é

Bekijk de volgende dia's nog eens goed.

De uitspraak van de è en é 

élève

matière

école

récré

sévère

e

e

accent grave

accent aigu

e

accent grave

elf

e

accent aigu

één

De uitspraak van de è en é 

Probeer ze eens uit te spreken.

matière

école

élève

Au revoir!